Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afstoppen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of afstoppen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stop af
I do
stopt af
you do
stopt af
he/she/it does
stoppen af
we do
stoppen af
you all do
stoppen af
they do
Present perfect tense
heb afgestopt
I have done
hebt afgestopt
you have done
heeft afgestopt
he/she/it has done
hebben afgestopt
we have done
hebben afgestopt
you all have done
hebben afgestopt
they have done
Past tense
stopte af
I did
stopte af
you did
stopte af
he/she/it did
stopten af
we did
stopten af
you all did
stopten af
they did
Future tense
zal afstoppen
I will do
zult afstoppen
you will do
zal afstoppen
he/she/it will do
zullen afstoppen
we will do
zullen afstoppen
you all will do
zullen afstoppen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afstoppen
I would do
zou afstoppen
you would do
zou afstoppen
he/she/it would do
zouden afstoppen
we would do
zouden afstoppen
you all would do
zouden afstoppen
they would do
Subjunctive mood
stoppe af
I do
stoppe af
you do
stoppe af
he/she/it do
stoppe af
we do
stoppe af
you all do
stoppe af
they do
Past perfect tense
had afgestopt
I had done
had afgestopt
you had done
had afgestopt
he/she/it had done
hadden afgestopt
we had done
hadden afgestopt
you all had done
hadden afgestopt
they had done
Future perf.
zal afgestopt hebben
I will have done
zal afgestopt hebben
you will have done
zal afgestopt hebben
he/she/it will have done
zullen afgestopt hebben
we will have done
zullen afgestopt hebben
you all will have done
zullen afgestopt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgestopt hebben
I would have done
zou afgestopt hebben
you would have done
zou afgestopt hebben
he/she/it would have done
zouden afgestopt hebben
we would have done
zouden afgestopt hebben
you all would have done
zouden afgestopt hebben
they would have done
Present bijzin tense
afstop
I do
afstopt
you do
afstopt
he/she/it does
afstoppen
we do
afstoppen
you all do
afstoppen
they do
Past bijzin tense
afstopte
I did
afstopte
you did
afstopte
he/she/it did
afstopten
we did
afstopten
you all did
afstopten
they did
Future bijzin tense
zal afstoppen
I will do
zult afstoppen
you will do
zal afstoppen
he/she/it will do
zullen afstoppen
we will do
zullen afstoppen
you all will do
zullen afstoppen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afstoppen
I would do
zou afstoppen
you would do
zou afstoppen
he/she/it would do
zouden afstoppen
we would do
zouden afstoppen
you all would do
zouden afstoppen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afstoppe
I do
afstoppe
you do
afstoppe
he/she/it do
afstoppe
we do
afstoppe
you all do
afstoppe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
stop af
do
stopt af
do

Examples of afstoppen

Example in DutchTranslation in English
- Ik laat mij door niemand afstoppen.I don't let anyone stop me.
Als we hem afstoppen, stoppen we het team af.We shut him down, we shut down this team.
Een soort "Je kunt me toch niet afstoppen."Like, "I can do this, and you can't stop me."
Ik wil iets afstoppen. Dat is het dan.I need to slow them down.
Ik wil ze alleen afstoppen.I don't care why. Just want to stop them.
mijn vrienden willen niet dat ik ze zou wreken, zij zouden willen dat ik jou afstop.My friends do not want me to avenge them, they want me to stop you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkloppen
touch wood
afslappen
do
afslippen
do
afstampen
tramp
afstappen
tramp
afstippen
do
afstoffen
dust
afstompen
do
afstormen
rush
afstorten
deposit
afstrepen
daub
afstropen
strip
bestoppen
best headers
instoppen
put in
opstoppen
choke

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.