Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

afneuzen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of afneuzen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
neus af
I do
neust af
you do
neust af
he/she/it does
neuzen af
we do
neuzen af
you all do
neuzen af
they do
Present perfect tense
heb afgeneusd
I have done
hebt afgeneusd
you have done
heeft afgeneusd
he/she/it has done
hebben afgeneusd
we have done
hebben afgeneusd
you all have done
hebben afgeneusd
they have done
Past tense
neusde af
I did
neusde af
you did
neusde af
he/she/it did
neusden af
we did
neusden af
you all did
neusden af
they did
Future tense
zal afneuzen
I will do
zult afneuzen
you will do
zal afneuzen
he/she/it will do
zullen afneuzen
we will do
zullen afneuzen
you all will do
zullen afneuzen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afneuzen
I would do
zou afneuzen
you would do
zou afneuzen
he/she/it would do
zouden afneuzen
we would do
zouden afneuzen
you all would do
zouden afneuzen
they would do
Subjunctive mood
neuze af
I do
neuze af
you do
neuze af
he/she/it do
neuze af
we do
neuze af
you all do
neuze af
they do
Past perfect tense
had afgeneusd
I had done
had afgeneusd
you had done
had afgeneusd
he/she/it had done
hadden afgeneusd
we had done
hadden afgeneusd
you all had done
hadden afgeneusd
they had done
Future perf.
zal afgeneusd hebben
I will have done
zal afgeneusd hebben
you will have done
zal afgeneusd hebben
he/she/it will have done
zullen afgeneusd hebben
we will have done
zullen afgeneusd hebben
you all will have done
zullen afgeneusd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeneusd hebben
I would have done
zou afgeneusd hebben
you would have done
zou afgeneusd hebben
he/she/it would have done
zouden afgeneusd hebben
we would have done
zouden afgeneusd hebben
you all would have done
zouden afgeneusd hebben
they would have done
Present bijzin tense
afneus
I do
afneust
you do
afneust
he/she/it does
afneuzen
we do
afneuzen
you all do
afneuzen
they do
Past bijzin tense
afneusde
I did
afneusde
you did
afneusde
he/she/it did
afneusden
we did
afneusden
you all did
afneusden
they did
Future bijzin tense
zal afneuzen
I will do
zult afneuzen
you will do
zal afneuzen
he/she/it will do
zullen afneuzen
we will do
zullen afneuzen
you all will do
zullen afneuzen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afneuzen
I would do
zou afneuzen
you would do
zou afneuzen
he/she/it would do
zouden afneuzen
we would do
zouden afneuzen
you all would do
zouden afneuzen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afneuze
I do
afneuze
you do
afneuze
he/she/it do
afneuze
we do
afneuze
you all do
afneuze
they do
Du
Ihr
Imperative mood
neus af
do
neust af
do

Examples of afneuzen

Blijf van je neus af.

Don't do that with your nose.

Blijf van m'n neus af, papa.

I'm so ex cited! - Daddy, don't take my nose!

Een kogel die recht op m'n neus af kwam was het ergste dat er was.

...abulletcoming straight for my nose. I don't know why, but the image of a bullet coming right for my nose...

Ik ga op m'n neus af, en als ik ergens lucht van krijg... dan ben ik haast tot alles in staat om de zaak op te lossen.

I follow my nose, and when I get the scent... there's very little I wouldn't do in order to solve the case.

Ik veeg mijn eigen neus af.

For the record, I do all my own wiping.

Further details about this page

LOCATION