Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

afgooien

to discard

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of afgooien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gooi af
I discard
gooit af
you discard
gooit af
he/she/it discards
gooien af
we discard
gooien af
you all discard
gooien af
they discard
Present perfect tense
heb afgegooid
I have discarded
hebt afgegooid
you have discarded
heeft afgegooid
he/she/it has discarded
hebben afgegooid
we have discarded
hebben afgegooid
you all have discarded
hebben afgegooid
they have discarded
Past tense
gooide af
I discarded
gooide af
you discarded
gooide af
he/she/it discarded
gooiden af
we discarded
gooiden af
you all discarded
gooiden af
they discarded
Future tense
zal afgooien
I will discard
zult afgooien
you will discard
zal afgooien
he/she/it will discard
zullen afgooien
we will discard
zullen afgooien
you all will discard
zullen afgooien
they will discard
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afgooien
I would discard
zou afgooien
you would discard
zou afgooien
he/she/it would discard
zouden afgooien
we would discard
zouden afgooien
you all would discard
zouden afgooien
they would discard
Subjunctive mood
gooie af
I discard
gooie af
you discard
gooie af
he/she/it discard
gooie af
we discard
gooie af
you all discard
gooie af
they discard
Past perfect tense
had afgegooid
I had discarded
had afgegooid
you had discarded
had afgegooid
he/she/it had discarded
hadden afgegooid
we had discarded
hadden afgegooid
you all had discarded
hadden afgegooid
they had discarded
Future perf.
zal afgegooid hebben
I will have discarded
zal afgegooid hebben
you will have discarded
zal afgegooid hebben
he/she/it will have discarded
zullen afgegooid hebben
we will have discarded
zullen afgegooid hebben
you all will have discarded
zullen afgegooid hebben
they will have discarded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgegooid hebben
I would have discarded
zou afgegooid hebben
you would have discarded
zou afgegooid hebben
he/she/it would have discarded
zouden afgegooid hebben
we would have discarded
zouden afgegooid hebben
you all would have discarded
zouden afgegooid hebben
they would have discarded
Present bijzin tense
afgooi
I discard
afgooit
you discard
afgooit
he/she/it discards
afgooien
we discard
afgooien
you all discard
afgooien
they discard
Past bijzin tense
afgooide
I discarded
afgooide
you discarded
afgooide
he/she/it discarded
afgooiden
we discarded
afgooiden
you all discarded
afgooiden
they discarded
Future bijzin tense
zal afgooien
I will discard
zult afgooien
you will discard
zal afgooien
he/she/it will discard
zullen afgooien
we will discard
zullen afgooien
you all will discard
zullen afgooien
they will discard
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afgooien
I would discard
zou afgooien
you would discard
zou afgooien
he/she/it would discard
zouden afgooien
we would discard
zouden afgooien
you all would discard
zouden afgooien
they would discard
Subjunctive bijzin mood
afgooie
I discard
afgooie
you discard
afgooie
he/she/it discard
afgooie
we discard
afgooie
you all discard
afgooie
they discard
Du
Ihr
Imperative mood
gooi af
discard
gooit af
discard

Examples of afgooien

Zo liet u me de kaart bewaren of afgooien. U heeft de kaart steeds gevolgd.

You thus were able to have me either save or discard depending on the location of the card, which you followed until we were left with just one:

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES