Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanslijpen (to do) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
slijp aan
slijpt aan
slijpt aan
slijpen aan
slijpen aan
slijpen aan
Present perfect tense
heb aangeslepen
hebt aangeslepen
heeft aangeslepen
hebben aangeslepen
hebben aangeslepen
hebben aangeslepen
Past tense
sleep aan
sleep aan
sleep aan
slepen aan
slepen aan
slepen aan
Future tense
zal aanslijpen
zult aanslijpen
zal aanslijpen
zullen aanslijpen
zullen aanslijpen
zullen aanslijpen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanslijpen
zou aanslijpen
zou aanslijpen
zouden aanslijpen
zouden aanslijpen
zouden aanslijpen
Subjunctive mood
slijpe aan
slijpe aan
slijpe aan
slijpe aan
slijpe aan
slijpe aan
Past perfect tense
had aangeslepen
had aangeslepen
had aangeslepen
hadden aangeslepen
hadden aangeslepen
hadden aangeslepen
Future perf.
zal aangeslepen hebben
zal aangeslepen hebben
zal aangeslepen hebben
zullen aangeslepen hebben
zullen aangeslepen hebben
zullen aangeslepen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangeslepen hebben
zou aangeslepen hebben
zou aangeslepen hebben
zouden aangeslepen hebben
zouden aangeslepen hebben
zouden aangeslepen hebben
Present bijzin tense
aanslijp
aanslijpt
aanslijpt
aanslijpen
aanslijpen
aanslijpen
Past bijzin tense
aansleep
aansleep
aansleep
aanslepen
aanslepen
aanslepen
Future bijzin tense
zal aanslijpen
zult aanslijpen
zal aanslijpen
zullen aanslijpen
zullen aanslijpen
zullen aanslijpen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanslijpen
zou aanslijpen
zou aanslijpen
zouden aanslijpen
zouden aanslijpen
zouden aanslijpen
Subjunctive bijzin mood
aanslijpe
aanslijpe
aanslijpe
aanslijpe
aanslijpe
aanslijpe
Du
Ihr
Imperative mood
slijp aan
slijpt aan

Examples of aanslijpen

Example in DutchTranslation in English
Ik heb een klein mes, wat ik gebruik voor het aanslijpen van mijn schrijfstift.- I don't have one. I... I do have a small knife I use to sharpen my stylus.
Hij zei, dat als ik niet wegbleef bij haar... nou, dan zou hij mij onderdompelen... in een soort van gewone huishoudelijke afwasmiddel... mij achter zijn truck aanslepen... en mijn noten aan een accu binden.He said that if I didn't stay away from her... well, then he would douse me... in some sort of common household cleanser... pull me behind his truck... and, uh, hook my nuts up to a car battery.
Ik wou het geen dag langer laten aanslepen.I did. I couldn't let that drag on one more day.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aangrijpen
grin
aanslibben
accrete
aanslijken
silt up
aanslijmen
do
aansluipen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.