Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanslijmen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
slijm aan
slijmt aan
slijmt aan
slijmen aan
slijmen aan
slijmen aan
Present perfect tense
ben aangeslijmd
bent aangeslijmd
is aangeslijmd
zijn aangeslijmd
zijn aangeslijmd
zijn aangeslijmd
Past tense
slijmde aan
slijmde aan
slijmde aan
slijmden aan
slijmden aan
slijmden aan
Future tense
zal aanslijmen
zult aanslijmen
zal aanslijmen
zullen aanslijmen
zullen aanslijmen
zullen aanslijmen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanslijmen
zou aanslijmen
zou aanslijmen
zouden aanslijmen
zouden aanslijmen
zouden aanslijmen
Subjunctive mood
slijme aan
slijme aan
slijme aan
slijme aan
slijme aan
slijme aan
Past perfect tense
was aangeslijmd
was aangeslijmd
was aangeslijmd
waren aangeslijmd
waren aangeslijmd
waren aangeslijmd
Future perf.
zal aangeslijmd zijn
zal aangeslijmd zijn
zal aangeslijmd zijn
zullen aangeslijmd zijn
zullen aangeslijmd zijn
zullen aangeslijmd zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangeslijmd zijn
zou aangeslijmd zijn
zou aangeslijmd zijn
zouden aangeslijmd zijn
zouden aangeslijmd zijn
zouden aangeslijmd zijn
Present bijzin tense
aanslijm
aanslijmt
aanslijmt
aanslijmen
aanslijmen
aanslijmen
Past bijzin tense
aanslijmde
aanslijmde
aanslijmde
aanslijmden
aanslijmden
aanslijmden
Future bijzin tense
zal aanslijmen
zult aanslijmen
zal aanslijmen
zullen aanslijmen
zullen aanslijmen
zullen aanslijmen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanslijmen
zou aanslijmen
zou aanslijmen
zouden aanslijmen
zouden aanslijmen
zouden aanslijmen
Subjunctive bijzin mood
aanslijme
aanslijme
aanslijme
aanslijme
aanslijme
aanslijme
Du
Ihr
Imperative mood
slijm aan
slijmt aan

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanslibben
accrete
aanslijken
silt up
aanslijpen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanmaken
produce
aanraden
recommend
aanrotzooien
do
aanslaan
drag along
aanslijken
silt up
aanslijpen
do
aansnoeren
cut
aansporen
spur on
aanstoppen
and pointing
aanstouwen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.