Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aanrissen
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aanrissen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ris aan
I do
rist aan
you do
rist aan
he/she/it does
rissen aan
we do
rissen aan
you all do
rissen aan
they do
Present perfect tense
heb aangerist
I have done
hebt aangerist
you have done
heeft aangerist
he/she/it has done
hebben aangerist
we have done
hebben aangerist
you all have done
hebben aangerist
they have done
Past tense
riste aan
I did
riste aan
you did
riste aan
he/she/it did
risten aan
we did
risten aan
you all did
risten aan
they did
Future tense
zal aanrissen
I will do
zult aanrissen
you will do
zal aanrissen
he/she/it will do
zullen aanrissen
we will do
zullen aanrissen
you all will do
zullen aanrissen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanrissen
I would do
zou aanrissen
you would do
zou aanrissen
he/she/it would do
zouden aanrissen
we would do
zouden aanrissen
you all would do
zouden aanrissen
they would do
Subjunctive mood
risse aan
I do
risse aan
you do
risse aan
he/she/it do
risse aan
we do
risse aan
you all do
risse aan
they do
Past perfect tense
had aangerist
I had done
had aangerist
you had done
had aangerist
he/she/it had done
hadden aangerist
we had done
hadden aangerist
you all had done
hadden aangerist
they had done
Future perf.
zal aangerist hebben
I will have done
zal aangerist hebben
you will have done
zal aangerist hebben
he/she/it will have done
zullen aangerist hebben
we will have done
zullen aangerist hebben
you all will have done
zullen aangerist hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangerist hebben
I would have done
zou aangerist hebben
you would have done
zou aangerist hebben
he/she/it would have done
zouden aangerist hebben
we would have done
zouden aangerist hebben
you all would have done
zouden aangerist hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanris
I do
aanrist
you do
aanrist
he/she/it does
aanrissen
we do
aanrissen
you all do
aanrissen
they do
Past bijzin tense
aanriste
I did
aanriste
you did
aanriste
he/she/it did
aanristen
we did
aanristen
you all did
aanristen
they did
Future bijzin tense
zal aanrissen
I will do
zult aanrissen
you will do
zal aanrissen
he/she/it will do
zullen aanrissen
we will do
zullen aanrissen
you all will do
zullen aanrissen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanrissen
I would do
zou aanrissen
you would do
zou aanrissen
he/she/it would do
zouden aanrissen
we would do
zouden aanrissen
you all would do
zouden aanrissen
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanrisse
I do
aanrisse
you do
aanrisse
he/she/it do
aanrisse
we do
aanrisse
you all do
aanrisse
they do
Du
Ihr
Imperative mood
ris aan
do
rist aan
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aanrissen
RELATED PAGES
aanlassen
weld
aanpassen
adapt
aanrijden
collide
aanrijgen
thread
aanrijpen
do
aanristen
do
aanruisen
do
aanwassen
increase
afgrissen
do
Back to Top