Aanrijden (to collide) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of aanrijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rij aan
I collide
rijdt aan
you collide
rijdt aan
he/she/it collides
rijden aan
we collide
rijden aan
you all collide
rijden aan
they collide
Present perfect tense
heb aangereden
I have collided
hebt aangereden
you have collided
heeft aangereden
he/she/it has collided
hebben aangereden
we have collided
hebben aangereden
you all have collided
hebben aangereden
they have collided
Past tense
reed aan
I collided
reed aan
you collided
reed aan
he/she/it collided
reden aan
we collided
reden aan
you all collided
reden aan
they collided
Future tense
zal aanrijden
I will collide
zult aanrijden
you will collide
zal aanrijden
he/she/it will collide
zullen aanrijden
we will collide
zullen aanrijden
you all will collide
zullen aanrijden
they will collide
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanrijden
I would collide
zou aanrijden
you would collide
zou aanrijden
he/she/it would collide
zouden aanrijden
we would collide
zouden aanrijden
you all would collide
zouden aanrijden
they would collide
Subjunctive mood
rijde aan
I collide
rijde aan
you collide
rijde aan
he/she/it collide
rijde aan
we collide
rijde aan
you all collide
rijde aan
they collide
Past perfect tense
had aangereden
I had collided
had aangereden
you had collided
had aangereden
he/she/it had collided
hadden aangereden
we had collided
hadden aangereden
you all had collided
hadden aangereden
they had collided
Future perf.
zal aangereden hebben
I will have collided
zal aangereden hebben
you will have collided
zal aangereden hebben
he/she/it will have collided
zullen aangereden hebben
we will have collided
zullen aangereden hebben
you all will have collided
zullen aangereden hebben
they will have collided
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangereden hebben
I would have collided
zou aangereden hebben
you would have collided
zou aangereden hebben
he/she/it would have collided
zouden aangereden hebben
we would have collided
zouden aangereden hebben
you all would have collided
zouden aangereden hebben
they would have collided
Present bijzin tense
aanrij
I collide
aanrijdt
you collide
aanrijdt
he/she/it collides
aanrijden
we collide
aanrijden
you all collide
aanrijden
they collide
Past bijzin tense
aanreed
I collided
aanreed
you collided
aanreed
he/she/it collided
aanreden
we collided
aanreden
you all collided
aanreden
they collided
Future bijzin tense
zal aanrijden
I will collide
zult aanrijden
you will collide
zal aanrijden
he/she/it will collide
zullen aanrijden
we will collide
zullen aanrijden
you all will collide
zullen aanrijden
they will collide
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanrijden
I would collide
zou aanrijden
you would collide
zou aanrijden
he/she/it would collide
zouden aanrijden
we would collide
zouden aanrijden
you all would collide
zouden aanrijden
they would collide
Subjunctive bijzin mood
aanrijde
I collide
aanrijde
you collide
aanrijde
he/she/it collide
aanrijde
we collide
aanrijde
you all collide
aanrijde
they collide
Du
Ihr
Imperative mood
rij aan
collide
rijdt aan
collide

Examples of aanrijden

Example in DutchTranslation in English
Dus als ik 't goed begrijp moet ik je aanrijden.So if I 't understand I have to collide.
Er kwamen twee kleine auto's aanrijden.There were two small cars collide.
Heb je gehoord dat de gevangenwagen tegen de betonmolen is aangereden?Hear about the paddy wagon collided with the cement mixer, Ed?
- ... werd hectisch vandaag toen een politieauto tegen een bus en een geparkeerde auto aanreed- ... turned hectic today when a police vehicle collided with a bus and a parked car

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanranden
assault
aanrijgen
thread
aanrijpen
do
aanrissen
do
aanristen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanknoeien
do
aanlangen
do
aanlengen
leave on
aanmonsteren
sign on
aanporren
arouse
aanraden
recommend
aanranden
assault
aanrichten
cause
aanrijgen
thread
aansnauwen
snap at

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'collide':

None found.
Learning languages?