Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanlaten (to leave on) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laat aan
laat aan
laat aan
laten aan
laten aan
laten aan
Present perfect tense
heb aangelaten
hebt aangelaten
heeft aangelaten
hebben aangelaten
hebben aangelaten
hebben aangelaten
Past tense
liet aan
liet aan
liet aan
lieten aan
lieten aan
lieten aan
Future tense
zal aanlaten
zult aanlaten
zal aanlaten
zullen aanlaten
zullen aanlaten
zullen aanlaten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanlaten
zou aanlaten
zou aanlaten
zouden aanlaten
zouden aanlaten
zouden aanlaten
Subjunctive mood
late aan
late aan
late aan
late aan
late aan
late aan
Past perfect tense
had aangelaten
had aangelaten
had aangelaten
hadden aangelaten
hadden aangelaten
hadden aangelaten
Future perf.
zal aangelaten hebben
zal aangelaten hebben
zal aangelaten hebben
zullen aangelaten hebben
zullen aangelaten hebben
zullen aangelaten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangelaten hebben
zou aangelaten hebben
zou aangelaten hebben
zouden aangelaten hebben
zouden aangelaten hebben
zouden aangelaten hebben
Present bijzin tense
aanlaat
aanlaat
aanlaat
aanlaten
aanlaten
aanlaten
Past bijzin tense
aanliet
aanliet
aanliet
aanlieten
aanlieten
aanlieten
Future bijzin tense
zal aanlaten
zult aanlaten
zal aanlaten
zullen aanlaten
zullen aanlaten
zullen aanlaten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanlaten
zou aanlaten
zou aanlaten
zouden aanlaten
zouden aanlaten
zouden aanlaten
Subjunctive bijzin mood
aanlate
aanlate
aanlate
aanlate
aanlate
aanlate
Du
Ihr
Imperative mood
laat aan
laat aan

Examples of aanlaten

Example in DutchTranslation in English
Heb je een lamp op de veranda die je voor me kunt aanlaten?Got a porch light or something you can leave on for me?
De airco werd aangelaten.Air-conditioning was left on.
Het licht was aangelaten zodat de huiseigenaar zou komen om het te controleren.The light was left on so the homeowner would come out and check.
Is daar iets? Nee, de lichten zijn aangelaten.No, the lights were left on.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanladen
gall
aanleren
learn
aanloden
do
aanlopen
ogle
aanmeten
measure for
aanpoten
hurry up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'leave on':

None found.