Smoren (to choke) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of smoren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
smoor
I choke
smoort
you choke
smoort
he/she/it chokes
smoren
we choke
smoren
you all choke
smoren
they choke
Present perfect tense
heb gesmoord
I have choked
hebt gesmoord
you have choked
heeft gesmoord
he/she/it has choked
hebben gesmoord
we have choked
hebben gesmoord
you all have choked
hebben gesmoord
they have choked
Past tense
smoorde
I choked
smoorde
you choked
smoorde
he/she/it choked
smoorden
we choked
smoorden
you all choked
smoorden
they choked
Future tense
zal smoren
I will choke
zult smoren
you will choke
zal smoren
he/she/it will choke
zullen smoren
we will choke
zullen smoren
you all will choke
zullen smoren
they will choke
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou smoren
I would choke
zou smoren
you would choke
zou smoren
he/she/it would choke
zouden smoren
we would choke
zouden smoren
you all would choke
zouden smoren
they would choke
Subjunctive mood
smore
I choke
smore
you choke
smore
he/she/it choke
smore
we choke
smore
you all choke
smore
they choke
Past perfect tense
had gesmoord
I had choked
had gesmoord
you had choked
had gesmoord
he/she/it had choked
hadden gesmoord
we had choked
hadden gesmoord
you all had choked
hadden gesmoord
they had choked
Future perf.
zal gesmoord hebben
I will have choked
zal gesmoord hebben
you will have choked
zal gesmoord hebben
he/she/it will have choked
zullen gesmoord hebben
we will have choked
zullen gesmoord hebben
you all will have choked
zullen gesmoord hebben
they will have choked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesmoord hebben
I would have choked
zou gesmoord hebben
you would have choked
zou gesmoord hebben
he/she/it would have choked
zouden gesmoord hebben
we would have choked
zouden gesmoord hebben
you all would have choked
zouden gesmoord hebben
they would have choked
Du
Ihr
Imperative mood
smoor
choke
smoort
choke

Examples of smoren

Example in DutchTranslation in English
- Ik zal haar zien smoren.Oh, I'll see her choke!
Armklem om de tegenstander te kunnen vastpinnen en smoren.Arm bar counter for being choked from a pinned position.
Dat geluid maakte Billy toen ik hem aan het smoren was.It was the sound that Billy was making when I was trying to choke him to death.
Van mij mag je daar in smoren.Please feel free to choke on it.
Waar haar oma haar elk moment kan smoren, omdat ze liever had dat ze niet geboren was.Or be worried that the grandmother to choke while she sleeps, because they would prefer it did not exist?
Ga effe door zo, dan smoor ik je met een wat, jij kloot...Look, I'll get some tweezers... and choke you with a cotton ball, you son o fa--
Hij smoort me.- H-His hands reach out and choke me.
Hij smoort ze.He chokes them.
Elk medelijden gesmoord door vuige daden.All pity choked with custom of fell deeds:
Ik heb om minder meisjes gesmoord.I choked out girls for less.
Ik heb zo lang in mezelf geleefd, zo gesmoord in 't verlangen naar iemand... die leeft en ademt.I've lived so much inside of myself, so choked with wanting something else... that lives and breathes.
Jullie vriend Snake is vanochtend in z'n kantoor gesmoord.Your friend Snake, in his office this morning, choked to death.
Liefde is als een zucht, ontstaan uit een proces van verlangen, waanzinnigheid gedrenkt in siroop en gesmoord met opwinding.Love is a smoke, raised on the fume of sighs, a madness drenched in syrup and choked with rage.
- Meid, je smoorde erin.- Dude, you choked.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

gloren
dawn
sarren
nag
scoren
score
sieren
adorn
smaden
revile
smaken
taste
smalen
smack
smeden
forge
smeken
beg
smeren
spread
smoken
do
sms'en
sms
sneren
do
sparen
save
sporen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'choke':

None found.
Learning languages?