Binnensluipen (to creep) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of binnensluipen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sluip binnen
I creep
sluipt binnen
you creep
sluipt binnen
he/she/it creeps
sluipen binnen
we creep
sluipen binnen
you all creep
sluipen binnen
they creep
Present perfect tense
ben binnengeslopen
I have crept
bent binnengeslopen
you have crept
is binnengeslopen
he/she/it has crept
zijn binnengeslopen
we have crept
zijn binnengeslopen
you all have crept
zijn binnengeslopen
they have crept
Past tense
sloop binnen
I crept
sloop binnen
you crept
sloop binnen
he/she/it crept
slopen binnen
we crept
slopen binnen
you all crept
slopen binnen
they crept
Future tense
zal binnensluipen
I will creep
zult binnensluipen
you will creep
zal binnensluipen
he/she/it will creep
zullen binnensluipen
we will creep
zullen binnensluipen
you all will creep
zullen binnensluipen
they will creep
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou binnensluipen
I would creep
zou binnensluipen
you would creep
zou binnensluipen
he/she/it would creep
zouden binnensluipen
we would creep
zouden binnensluipen
you all would creep
zouden binnensluipen
they would creep
Subjunctive mood
sluipe binnen
I creep
sluipe binnen
you creep
sluipe binnen
he/she/it creep
sluipe binnen
we creep
sluipe binnen
you all creep
sluipe binnen
they creep
Past perfect tense
was binnengeslopen
I had crept
was binnengeslopen
you had crept
was binnengeslopen
he/she/it had crept
waren binnengeslopen
we had crept
waren binnengeslopen
you all had crept
waren binnengeslopen
they had crept
Future perf.
zal binnengeslopen zijn
I will have crept
zal binnengeslopen zijn
you will have crept
zal binnengeslopen zijn
he/she/it will have crept
zullen binnengeslopen zijn
we will have crept
zullen binnengeslopen zijn
you all will have crept
zullen binnengeslopen zijn
they will have crept
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou binnengeslopen zijn
I would have crept
zou binnengeslopen zijn
you would have crept
zou binnengeslopen zijn
he/she/it would have crept
zouden binnengeslopen zijn
we would have crept
zouden binnengeslopen zijn
you all would have crept
zouden binnengeslopen zijn
they would have crept
Present bijzin tense
binnensluip
I creep
binnensluipt
you creep
binnensluipt
he/she/it creeps
binnensluipen
we creep
binnensluipen
you all creep
binnensluipen
they creep
Past bijzin tense
binnensloop
I crept
binnensloop
you crept
binnensloop
he/she/it crept
binnenslopen
we crept
binnenslopen
you all crept
binnenslopen
they crept
Future bijzin tense
zal binnensluipen
I will creep
zult binnensluipen
you will creep
zal binnensluipen
he/she/it will creep
zullen binnensluipen
we will creep
zullen binnensluipen
you all will creep
zullen binnensluipen
they will creep
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou binnensluipen
I would creep
zou binnensluipen
you would creep
zou binnensluipen
he/she/it would creep
zouden binnensluipen
we would creep
zouden binnensluipen
you all would creep
zouden binnensluipen
they would creep
Subjunctive bijzin mood
binnensluipe
I creep
binnensluipe
you creep
binnensluipe
he/she/it creep
binnensluipe
we creep
binnensluipe
you all creep
binnensluipe
they creep
Du
Ihr
Imperative mood
sluip binnen
creep
sluipt binnen
creep

Examples of binnensluipen

Example in DutchTranslation in English
Dit is een nieuwe truc, binnensluipen als een kater.This is a new device, creeping in like a tomcat!
Ik werd bang toen ik iemand m'n huis hoorde binnensluipen.My fear rose at the sound of someone creeping into the house.
Uiteindelijk zal de twijfel binnensluipen en zal ik me afvragen of ik er alles aan gedaan heb. Wil jij het niet weten?Eventually the doubt will creep in and I'll wonder if I did everything I could.
De zonde sluipt binnen.Sin creeps in.
Ik ben binnengeslopen, en ik heb hun kind gestolen.I crept over in the night... and I stole their child.
Later op de avond, is haar broer naar binnengeslopen, en hij vond het lichaam.Later on that evening, her brother crept in, found the body.
Later op de dag, is haar broer naar binnengeslopen en hij zag het lijk liggen.Later that day, her brother crept in and saw the body.
Zien wij eruit als 't soort mensen dat 's nachts 'n kamp binnensluipt... iemands tent insluipt, 'm verdooft, weefseltype bepaalt... 'n been amputeert en ermee wegrent?Come on. Do we look like the sort of chaps who´d creep into a camp at night steal into someone´s tent, anesthetize them, tissue-type ´em amputate a leg and run away with it?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

binnenkruipen
creep

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'creep':

None found.
Learning languages?