Wegzenden (to dismiss) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of wegzenden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zend weg
I dismiss
zendt weg
you dismiss
zendt weg
he/she/it dismisses
zenden weg
we dismiss
zenden weg
you all dismiss
zenden weg
they dismiss
Present perfect tense
heb weggezonden
I have dismissed
hebt weggezonden
you have dismissed
heeft weggezonden
he/she/it has dismissed
hebben weggezonden
we have dismissed
hebben weggezonden
you all have dismissed
hebben weggezonden
they have dismissed
Past tense
zond weg
I dismissed
zond weg
you dismissed
zond weg
he/she/it dismissed
zonden weg
we dismissed
zonden weg
you all dismissed
zonden weg
they dismissed
Future tense
zal wegzenden
I will dismiss
zult wegzenden
you will dismiss
zal wegzenden
he/she/it will dismiss
zullen wegzenden
we will dismiss
zullen wegzenden
you all will dismiss
zullen wegzenden
they will dismiss
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegzenden
I would dismiss
zou wegzenden
you would dismiss
zou wegzenden
he/she/it would dismiss
zouden wegzenden
we would dismiss
zouden wegzenden
you all would dismiss
zouden wegzenden
they would dismiss
Subjunctive mood
zende weg
I dismiss
zende weg
you dismiss
zende weg
he/she/it dismiss
zende weg
we dismiss
zende weg
you all dismiss
zende weg
they dismiss
Past perfect tense
had weggezonden
I had dismissed
had weggezonden
you had dismissed
had weggezonden
he/she/it had dismissed
hadden weggezonden
we had dismissed
hadden weggezonden
you all had dismissed
hadden weggezonden
they had dismissed
Future perf.
zal weggezonden hebben
I will have dismissed
zal weggezonden hebben
you will have dismissed
zal weggezonden hebben
he/she/it will have dismissed
zullen weggezonden hebben
we will have dismissed
zullen weggezonden hebben
you all will have dismissed
zullen weggezonden hebben
they will have dismissed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weggezonden hebben
I would have dismissed
zou weggezonden hebben
you would have dismissed
zou weggezonden hebben
he/she/it would have dismissed
zouden weggezonden hebben
we would have dismissed
zouden weggezonden hebben
you all would have dismissed
zouden weggezonden hebben
they would have dismissed
Present bijzin tense
wegzend
I dismiss
wegzendt
you dismiss
wegzendt
he/she/it dismisses
wegzenden
we dismiss
wegzenden
you all dismiss
wegzenden
they dismiss
Past bijzin tense
wegzond
I dismissed
wegzond
you dismissed
wegzond
he/she/it dismissed
wegzonden
we dismissed
wegzonden
you all dismissed
wegzonden
they dismissed
Future bijzin tense
zal wegzenden
I will dismiss
zult wegzenden
you will dismiss
zal wegzenden
he/she/it will dismiss
zullen wegzenden
we will dismiss
zullen wegzenden
you all will dismiss
zullen wegzenden
they will dismiss
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wegzenden
I would dismiss
zou wegzenden
you would dismiss
zou wegzenden
he/she/it would dismiss
zouden wegzenden
we would dismiss
zouden wegzenden
you all would dismiss
zouden wegzenden
they would dismiss
Subjunctive bijzin mood
wegzende
I dismiss
wegzende
you dismiss
wegzende
he/she/it dismiss
wegzende
we dismiss
wegzende
you all dismiss
wegzende
they dismiss
Du
Ihr
Imperative mood
zend weg
dismiss
zendt weg
dismiss

Examples of wegzenden

Example in DutchTranslation in English
Galileo en Copernicus werden allebei weggezonden door hun kortzichtige wetenschappelijke tijdgenoten.Galileo and Copernicus were both dismissed by their blinkered scientific contemporaries.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

weekenden
do
wegzetten
put away

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wegkwijnen
languish
wegritsen
do
wegsluipen
steal away
wegvagen
obliterate
wegwassen
wash away
wegzappen
do
wegzetten
put away
wegzwijmelen
do
wekken
wake
wervelen
swirl

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dismiss':

None found.
Learning languages?