Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
voorttelen
to
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
voorttelen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
teel voort
I may breed
teelt voort
you may breed
teelt voort
he/she/it may breed
telen voort
we may breed
telen voort
you all may breed
telen voort
they may breed
Present perfect tense
heb voortgeteeld
I
hebt voortgeteeld
you
heeft voortgeteeld
he/she/it
hebben voortgeteeld
we
hebben voortgeteeld
you all
hebben voortgeteeld
they
Past tense
teelde voort
I
teelde voort
you
teelde voort
he/she/it
teelden voort
we
teelden voort
you all
teelden voort
they
Future tense
zal voorttelen
I
zult voorttelen
you
zal voorttelen
he/she/it
zullen voorttelen
we
zullen voorttelen
you all
zullen voorttelen
they
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorttelen
I
zou voorttelen
you
zou voorttelen
he/she/it
zouden voorttelen
we
zouden voorttelen
you all
zouden voorttelen
they
Subjunctive mood
tele voort
I
tele voort
you
tele voort
he/she/it
tele voort
we
tele voort
you all
tele voort
they
Past perfect tense
had voortgeteeld
I
had voortgeteeld
you
had voortgeteeld
he/she/it
hadden voortgeteeld
we
hadden voortgeteeld
you all
hadden voortgeteeld
they
Future perf.
zal voortgeteeld hebben
I
zal voortgeteeld hebben
you
zal voortgeteeld hebben
he/she/it
zullen voortgeteeld hebben
we
zullen voortgeteeld hebben
you all
zullen voortgeteeld hebben
they
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voortgeteeld hebben
I
zou voortgeteeld hebben
you
zou voortgeteeld hebben
he/she/it
zouden voortgeteeld hebben
we
zouden voortgeteeld hebben
you all
zouden voortgeteeld hebben
they
Present bijzin tense
voortteel
I may breed
voortteelt
you may breed
voortteelt
he/she/it may breed
voorttelen
we may breed
voorttelen
you all may breed
voorttelen
they may breed
Past bijzin tense
voortteelde
I
voortteelde
you
voortteelde
he/she/it
voortteelden
we
voortteelden
you all
voortteelden
they
Future bijzin tense
zal voorttelen
I
zult voorttelen
you
zal voorttelen
he/she/it
zullen voorttelen
we
zullen voorttelen
you all
zullen voorttelen
they
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorttelen
I
zou voorttelen
you
zou voorttelen
he/she/it
zouden voorttelen
we
zouden voorttelen
you all
zouden voorttelen
they
Subjunctive bijzin mood
voorttele
I
voorttele
you
voorttele
he/she/it
voorttele
we
voorttele
you all
voorttele
they
Du
Ihr
Imperative mood
teel voort
teelt voort
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
voorttelen
RELATED PAGES
voorspelen
play
voortellen
do
voortijlen
do
voorvoelen
feel
Back to Top