Voorpraten (to do) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of voorpraten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
praat voor
I do
praat voor
you do
praat voor
he/she/it does
praten voor
we do
praten voor
you all do
praten voor
they do
Present perfect tense
heb voorgepraat
I have done
hebt voorgepraat
you have done
heeft voorgepraat
he/she/it has done
hebben voorgepraat
we have done
hebben voorgepraat
you all have done
hebben voorgepraat
they have done
Past tense
praatte voor
I did
praatte voor
you did
praatte voor
he/she/it did
praatten voor
we did
praatten voor
you all did
praatten voor
they did
Future tense
zal voorpraten
I will do
zult voorpraten
you will do
zal voorpraten
he/she/it will do
zullen voorpraten
we will do
zullen voorpraten
you all will do
zullen voorpraten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorpraten
I would do
zou voorpraten
you would do
zou voorpraten
he/she/it would do
zouden voorpraten
we would do
zouden voorpraten
you all would do
zouden voorpraten
they would do
Subjunctive mood
prate voor
I do
prate voor
you do
prate voor
he/she/it do
prate voor
we do
prate voor
you all do
prate voor
they do
Past perfect tense
had voorgepraat
I had done
had voorgepraat
you had done
had voorgepraat
he/she/it had done
hadden voorgepraat
we had done
hadden voorgepraat
you all had done
hadden voorgepraat
they had done
Future perf.
zal voorgepraat hebben
I will have done
zal voorgepraat hebben
you will have done
zal voorgepraat hebben
he/she/it will have done
zullen voorgepraat hebben
we will have done
zullen voorgepraat hebben
you all will have done
zullen voorgepraat hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgepraat hebben
I would have done
zou voorgepraat hebben
you would have done
zou voorgepraat hebben
he/she/it would have done
zouden voorgepraat hebben
we would have done
zouden voorgepraat hebben
you all would have done
zouden voorgepraat hebben
they would have done
Present bijzin tense
voorpraat
I do
voorpraat
you do
voorpraat
he/she/it does
voorpraten
we do
voorpraten
you all do
voorpraten
they do
Past bijzin tense
voorpraatte
I did
voorpraatte
you did
voorpraatte
he/she/it did
voorpraatten
we did
voorpraatten
you all did
voorpraatten
they did
Future bijzin tense
zal voorpraten
I will do
zult voorpraten
you will do
zal voorpraten
he/she/it will do
zullen voorpraten
we will do
zullen voorpraten
you all will do
zullen voorpraten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorpraten
I would do
zou voorpraten
you would do
zou voorpraten
he/she/it would do
zouden voorpraten
we would do
zouden voorpraten
you all would do
zouden voorpraten
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorprate
I do
voorprate
you do
voorprate
he/she/it do
voorprate
we do
voorprate
you all do
voorprate
they do
Du
Ihr
Imperative mood
praat voor
do
praat
do

Examples of voorpraten

Example in DutchTranslation in English
"Ik praat voor haar"?"I do speak for her"?
Dat is dokters praat voor levensreddende spinale chirurgie. Die zouden kunnen leiden tot letsel en blijvende verlamming.That's doctor talk for life-saving spinal surgery which could result in cord damage and permanent paralysis.
Dat is geen geschikte praat voor die diefjes.I don't think that's appropriate talk to have in front of the little thieves.
Dat is straffe praat voor een man zonder wapen.That's pretty strong talk for a man who doesn't wear a gun.
Ik praat voor haar.I do speak for her.
- Ik wil niet praten voor de race. - Ik begrijpt het.I don't like to talk before the race.
Als ik jou was zou ik met je vader praten voor er iets wordt getekend.I don't know. I guess if it was me, I would talk to my father before that lease got signed.
Als je jezelf niet gaat verdedigen... kun je tenminste praten voor die minderheid die je wilt beschermen.If you're not going to defend yourself... the least you can do is speak for this minority you're so eager to protect.
Brandis, praat ik misschien te snel? Want ik kan wel wat rustiger praten voor je...Brandis, am I talking too fast, because I can slow down for you...
Dus besloten ze erover te praten voor er een ongeluk gebeurde.So they decided they'd better sit down and talk this over before they had an accident.
Ik praatte voor hem en vocht voor hem.I did all his talking for him, and his fighting.
"'Ongetwijfeld. Jij bent bezeten doorde duivel',... zei hij vurig, 'als je zo tegen me praat... terwijl je doodgaat'."Without a doubt, you are possessed by the devil said he with ferocity, if you talk to me like this when you are dying.
"...respect hebben voor elkaars privacy..." - Zo praat ik helemaal niet!_',respect each other's privacy," -l do not talk like that!
"Als je niet dronken bent, praat dan niet zo."Leave her alone. If you're not drunk, don't talk like you are.
"De eerste regel van de Fight Club is dat je er niet over praat""The first rule of Fight Club is you don't talk about Fight Club."
"Hij wil niet dat ik met anderen over ons praat, ook als ik leuke dingen vertel."He doesn't want me talking to others" about us, even when I tell nice things.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorpraten
do
voorpreken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?