Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verzuchten (to sigh) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verzucht
verzucht
verzucht
verzuchten
verzuchten
verzuchten
Present perfect tense
heb verzucht
hebt verzucht
heeft verzucht
hebben verzucht
hebben verzucht
hebben verzucht
Past tense
verzuchtte
verzuchtte
verzuchtte
verzuchtten
verzuchtten
verzuchtten
Future tense
zal verzuchten
zult verzuchten
zal verzuchten
zullen verzuchten
zullen verzuchten
zullen verzuchten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verzuchten
zou verzuchten
zou verzuchten
zouden verzuchten
zouden verzuchten
zouden verzuchten
Subjunctive mood
verzuchte
verzuchte
verzuchte
verzuchte
verzuchte
verzuchte
Past perfect tense
had verzucht
had verzucht
had verzucht
hadden verzucht
hadden verzucht
hadden verzucht
Future perf.
zal verzucht hebben
zal verzucht hebben
zal verzucht hebben
zullen verzucht hebben
zullen verzucht hebben
zullen verzucht hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verzucht hebben
zou verzucht hebben
zou verzucht hebben
zouden verzucht hebben
zouden verzucht hebben
zouden verzucht hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verzucht
verzucht

Examples of verzuchten

Example in DutchTranslation in English
"O jee, wat is het al laat," verzuchtte het Witte Konijn."Oh dear, how late it's getting," sighed the White Rabbit.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verdichten
continue
verlichten
illuminate
verluchten
illuminate
vernachten
lodge
verpachten
lease
verrichten
perform
verwachten
expect
verzachten
strangle

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sigh':

None found.