Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verstrikken (to entangle) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of verstrikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verstrik
I entangle
verstrikt
you entangle
verstrikt
he/she/it entangles
verstrikken
we entangle
verstrikken
you all entangle
verstrikken
they entangle
Present perfect tense
heb verstrikt
I have entangled
hebt verstrikt
you have entangled
heeft verstrikt
he/she/it has entangled
hebben verstrikt
we have entangled
hebben verstrikt
you all have entangled
hebben verstrikt
they have entangled
Past tense
verstrikte
I entangled
verstrikte
you entangled
verstrikte
he/she/it entangled
verstrikten
we entangled
verstrikten
you all entangled
verstrikten
they entangled
Future tense
zal verstrikken
I will entangle
zult verstrikken
you will entangle
zal verstrikken
he/she/it will entangle
zullen verstrikken
we will entangle
zullen verstrikken
you all will entangle
zullen verstrikken
they will entangle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verstrikken
I would entangle
zou verstrikken
you would entangle
zou verstrikken
he/she/it would entangle
zouden verstrikken
we would entangle
zouden verstrikken
you all would entangle
zouden verstrikken
they would entangle
Subjunctive mood
verstrikke
I entangle
verstrikke
you entangle
verstrikke
he/she/it entangle
verstrikke
we entangle
verstrikke
you all entangle
verstrikke
they entangle
Past perfect tense
had verstrikt
I had entangled
had verstrikt
you had entangled
had verstrikt
he/she/it had entangled
hadden verstrikt
we had entangled
hadden verstrikt
you all had entangled
hadden verstrikt
they had entangled
Future perf.
zal verstrikt hebben
I will have entangled
zal verstrikt hebben
you will have entangled
zal verstrikt hebben
he/she/it will have entangled
zullen verstrikt hebben
we will have entangled
zullen verstrikt hebben
you all will have entangled
zullen verstrikt hebben
they will have entangled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verstrikt hebben
I would have entangled
zou verstrikt hebben
you would have entangled
zou verstrikt hebben
he/she/it would have entangled
zouden verstrikt hebben
we would have entangled
zouden verstrikt hebben
you all would have entangled
zouden verstrikt hebben
they would have entangled
Du
Ihr
Imperative mood
verstrik
entangle
verstrikt
entangle

Examples of verstrikken

Example in DutchTranslation in English
Ooit zou iets dergelijks de Lakota verstrikken.Something would entangle the lakota in a time yet to come.
- We zitten verstrikt in een groot web.- Yes: We seem to be entangled in some sort of enormous web:
Als een man in gevaar de juiste weg kwijtraakt is hij verstrikt in zijn zonden en bestaat er geen redding.When in the extremity of danger a man loses his right way... he's entangled in his sins, and has no means of escape.
Dat jij verstrikt raakt in het net, maar hij is het niet waard om aan te gehoorzamen.You are becoming entangled in his net, but he is not worth obeying.
Dat m'n dochter ook in dat netwerk verstrikt raakte, kon ik niet aan.If my girl should become entangled in the same meshes which held me was more than I could suffer.
Een voorn kan verstrikt raken in onderwaterplanten...A minnow can get entangled in underwater snags...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verschikken
do
verstrakken
tighten
verstrekken
do
verstrijken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'entangle':

None found.