Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verscherven (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verscherf
verscherft
verscherft
verscherven
verscherven
verscherven
Present perfect tense
heb verscherfd
hebt verscherfd
heeft verscherfd
hebben verscherfd
hebben verscherfd
hebben verscherfd
Past tense
verscherfde
verscherfde
verscherfde
verscherfden
verscherfden
verscherfden
Future tense
zal verscherven
zult verscherven
zal verscherven
zullen verscherven
zullen verscherven
zullen verscherven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verscherven
zou verscherven
zou verscherven
zouden verscherven
zouden verscherven
zouden verscherven
Subjunctive mood
verscherve
verscherve
verscherve
verscherve
verscherve
verscherve
Past perfect tense
had verscherfd
had verscherfd
had verscherfd
hadden verscherfd
hadden verscherfd
hadden verscherfd
Future perf.
zal verscherfd hebben
zal verscherfd hebben
zal verscherfd hebben
zullen verscherfd hebben
zullen verscherfd hebben
zullen verscherfd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verscherfd hebben
zou verscherfd hebben
zou verscherfd hebben
zouden verscherfd hebben
zouden verscherfd hebben
zouden verscherfd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verscherf
verscherft

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verscheiden
pass
verschenken
do
verscherpen
sharpen
verscheuren
shred
verschuiven
conceal

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.