Verscheiden (to pass) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of verscheiden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verscheid
I pass
verscheidt
you pass
verscheidt
he/she/it passes
verscheiden
we pass
verscheiden
you all pass
verscheiden
they pass
Present perfect tense
heb verscheiden
I have passed
hebt verscheiden
you have passed
heeft verscheiden
he/she/it has passed
hebben verscheiden
we have passed
hebben verscheiden
you all have passed
hebben verscheiden
they have passed
Past tense
verscheidde
I passed
verscheidde
you passed
verscheidde
he/she/it passed
verscheidden
we passed
verscheidden
you all passed
verscheidden
they passed
Future tense
zal verscheiden
I will pass
zult verscheiden
you will pass
zal verscheiden
he/she/it will pass
zullen verscheiden
we will pass
zullen verscheiden
you all will pass
zullen verscheiden
they will pass
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verscheiden
I would pass
zou verscheiden
you would pass
zou verscheiden
he/she/it would pass
zouden verscheiden
we would pass
zouden verscheiden
you all would pass
zouden verscheiden
they would pass
Subjunctive mood
verscheide
I pass
verscheide
you pass
verscheide
he/she/it pass
verscheide
we pass
verscheide
you all pass
verscheide
they pass
Past perfect tense
had verscheiden
I had passed
had verscheiden
you had passed
had verscheiden
he/she/it had passed
hadden verscheiden
we had passed
hadden verscheiden
you all had passed
hadden verscheiden
they had passed
Future perf.
zal verscheiden hebben
I will have passed
zal verscheiden hebben
you will have passed
zal verscheiden hebben
he/she/it will have passed
zullen verscheiden hebben
we will have passed
zullen verscheiden hebben
you all will have passed
zullen verscheiden hebben
they will have passed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verscheiden hebben
I would have passed
zou verscheiden hebben
you would have passed
zou verscheiden hebben
he/she/it would have passed
zouden verscheiden hebben
we would have passed
zouden verscheiden hebben
you all would have passed
zouden verscheiden hebben
they would have passed
Du
Ihr
Imperative mood
verscheid
pass
verscheidt
pass

Examples of verscheiden

Example in DutchTranslation in English
Ik wil een beroep op u doen voor de uitvaart van mijn grootmoeder... die, u zult het al vermoeden, zojuist verscheiden is.My grandmother... Anyway, I need your assistance with the funeral of my grandmother, who, since I'm calling you, you might have guessed, has recently passed away.
Ik wou dat ik je kon schrijven dat er iets goeds is gekomen van zijn verscheiden.I wish I could tell you some good came from his passing.
We zijn hier verzameld wegens het verscheiden van een moedig man. 'n Man met inzicht.We´re gathered here today to honor the passing... of a man of courage and of vision.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verschenken
do
verscherpen
sharpen
verscherven
do
verscheuren
shred
verschudden
do
verspreiden
splinter

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pass':

None found.
Learning languages?