Verkletsen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of verkletsen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verklets
I do
verkletst
you do
verkletst
he/she/it does
verkletsen
we do
verkletsen
you all do
verkletsen
they do
Present perfect tense
heb verkletst
I have done
hebt verkletst
you have done
heeft verkletst
he/she/it has done
hebben verkletst
we have done
hebben verkletst
you all have done
hebben verkletst
they have done
Past tense
verkletste
I did
verkletste
you did
verkletste
he/she/it did
verkletsten
we did
verkletsten
you all did
verkletsten
they did
Future tense
zal verkletsen
I will do
zult verkletsen
you will do
zal verkletsen
he/she/it will do
zullen verkletsen
we will do
zullen verkletsen
you all will do
zullen verkletsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verkletsen
I would do
zou verkletsen
you would do
zou verkletsen
he/she/it would do
zouden verkletsen
we would do
zouden verkletsen
you all would do
zouden verkletsen
they would do
Subjunctive mood
verkletse
I do
verkletse
you do
verkletse
he/she/it do
verkletse
we do
verkletse
you all do
verkletse
they do
Past perfect tense
had verkletst
I had done
had verkletst
you had done
had verkletst
he/she/it had done
hadden verkletst
we had done
hadden verkletst
you all had done
hadden verkletst
they had done
Future perf.
zal verkletst hebben
I will have done
zal verkletst hebben
you will have done
zal verkletst hebben
he/she/it will have done
zullen verkletst hebben
we will have done
zullen verkletst hebben
you all will have done
zullen verkletst hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verkletst hebben
I would have done
zou verkletst hebben
you would have done
zou verkletst hebben
he/she/it would have done
zouden verkletst hebben
we would have done
zouden verkletst hebben
you all would have done
zouden verkletst hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
verklets
do
verkletst
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verdietsen
do
verkleinen
reduce
verkleumen
benumb
verkleuren
discolour

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verfuiven
do
verglazen
glaze
verhaspelen
do
verintresten
do
verkillen
grow cold
verkleinen
reduce
verkleumen
benumb
verkneukelen
gloat
verknoeien
mess
verkwisten
squander

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?