Example in Dutch | Translation in English |
---|---|
Ik denk dat je je verkijkt op hem. | I think you misjudge him. |
Je verkijkt je er snel op als iemand het moeilijk heeft. | Everything was fine. Hey, man, it's easy to misjudge when someone's depressed. |
Je verkijkt je op hem. | You misjudged the kid. |
Ik heb me ook op jou verkeken. | I misjudged you as well. |
Ik heb me op u verkeken. | I misjudged you. |
We verkeken ons op haar bij de nominatie van staatssecretaris. | We misjudged her on the secretary of state nomination. |
Language | Verb(s) | Language | Verb(s) |
---|---|---|---|
English | misjudge | German | verkennen |