Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verketteren (to demonize) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of verketteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verketter
I demonize
verkettert
you demonize
verkettert
he/she/it demonizes
verketteren
we demonize
verketteren
you all demonize
verketteren
they demonize
Present perfect tense
heb verketterd
I have demonized
hebt verketterd
you have demonized
heeft verketterd
he/she/it has demonized
hebben verketterd
we have demonized
hebben verketterd
you all have demonized
hebben verketterd
they have demonized
Past tense
verketterde
I demonized
verketterde
you demonized
verketterde
he/she/it demonized
verketterden
we demonized
verketterden
you all demonized
verketterden
they demonized
Future tense
zal verketteren
I will demonize
zult verketteren
you will demonize
zal verketteren
he/she/it will demonize
zullen verketteren
we will demonize
zullen verketteren
you all will demonize
zullen verketteren
they will demonize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verketteren
I would demonize
zou verketteren
you would demonize
zou verketteren
he/she/it would demonize
zouden verketteren
we would demonize
zouden verketteren
you all would demonize
zouden verketteren
they would demonize
Subjunctive mood
verkettere
I demonize
verkettere
you demonize
verkettere
he/she/it demonize
verkettere
we demonize
verkettere
you all demonize
verkettere
they demonize
Past perfect tense
had verketterd
I had demonized
had verketterd
you had demonized
had verketterd
he/she/it had demonized
hadden verketterd
we had demonized
hadden verketterd
you all had demonized
hadden verketterd
they had demonized
Future perf.
zal verketterd hebben
I will have demonized
zal verketterd hebben
you will have demonized
zal verketterd hebben
he/she/it will have demonized
zullen verketterd hebben
we will have demonized
zullen verketterd hebben
you all will have demonized
zullen verketterd hebben
they will have demonized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verketterd hebben
I would have demonized
zou verketterd hebben
you would have demonized
zou verketterd hebben
he/she/it would have demonized
zouden verketterd hebben
we would have demonized
zouden verketterd hebben
you all would have demonized
zouden verketterd hebben
they would have demonized
Du
Ihr
Imperative mood
verketter
demonize
verkettert
demonize

Examples of verketteren

Example in DutchTranslation in English
Amerikanen adverteren onze natuurlijke schoonheid, en verketteren Castro. Maar het embargo wringt onze economie de strot toe.Americans tout our natural beauty and demonize Castro, but it's the embargo that is choking our economy.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

parketteren
parquet tars
verbitteren
embitter

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vergisten
do
vergrendelen
lock
verharen
moult
verhoefslagen
do
verhongeren
starve
verhullen
veil
verkerven
do
verkeuren
do
verkloten
fuck
verkoperen
copper

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'demonize':

None found.