Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verbeuren (to confiscate) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verbeur
verbeurt
verbeurt
verbeuren
verbeuren
verbeuren
Present perfect tense
heb verbeurd
hebt verbeurd
heeft verbeurd
hebben verbeurd
hebben verbeurd
hebben verbeurd
Past tense
verbeurde
verbeurde
verbeurde
verbeurden
verbeurden
verbeurden
Future tense
zal verbeuren
zult verbeuren
zal verbeuren
zullen verbeuren
zullen verbeuren
zullen verbeuren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verbeuren
zou verbeuren
zou verbeuren
zouden verbeuren
zouden verbeuren
zouden verbeuren
Subjunctive mood
verbeure
verbeure
verbeure
verbeure
verbeure
verbeure
Past perfect tense
had verbeurd
had verbeurd
had verbeurd
hadden verbeurd
hadden verbeurd
hadden verbeurd
Future perf.
zal verbeurd hebben
zal verbeurd hebben
zal verbeurd hebben
zullen verbeurd hebben
zullen verbeurd hebben
zullen verbeurd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verbeurd hebben
zou verbeurd hebben
zou verbeurd hebben
zouden verbeurd hebben
zouden verbeurd hebben
zouden verbeurd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verbeur
verbeurt

Examples of verbeuren

Example in DutchTranslation in English
- Nee toch? Jaarlijks veilen we verbeurde goederen, voor 'n goed doel.Each year the department tries to generate revenue for worthy causes... by auctioning off confiscated and unclaimed property.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verbedden
do
verbeiden
abide
verbergen
conceal
verboeren
do
verkeuren
do
versturen
dispatch

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'confiscate':

None found.