Uitstomen (to steam) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of uitstomen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stoom uit
I steam
stoomt uit
you steam
stoomt uit
he/she/it steams
stomen uit
we steam
stomen uit
you all steam
stomen uit
they steam
Present perfect tense
heb uitgestoomd
I have steamed
hebt uitgestoomd
you have steamed
heeft uitgestoomd
he/she/it has steamed
hebben uitgestoomd
we have steamed
hebben uitgestoomd
you all have steamed
hebben uitgestoomd
they have steamed
Past tense
stoomde uit
I steamed
stoomde uit
you steamed
stoomde uit
he/she/it steamed
stoomden uit
we steamed
stoomden uit
you all steamed
stoomden uit
they steamed
Future tense
zal uitstomen
I will steam
zult uitstomen
you will steam
zal uitstomen
he/she/it will steam
zullen uitstomen
we will steam
zullen uitstomen
you all will steam
zullen uitstomen
they will steam
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitstomen
I would steam
zou uitstomen
you would steam
zou uitstomen
he/she/it would steam
zouden uitstomen
we would steam
zouden uitstomen
you all would steam
zouden uitstomen
they would steam
Subjunctive mood
stome uit
I steam
stome uit
you steam
stome uit
he/she/it steam
stome uit
we steam
stome uit
you all steam
stome uit
they steam
Past perfect tense
had uitgestoomd
I had steamed
had uitgestoomd
you had steamed
had uitgestoomd
he/she/it had steamed
hadden uitgestoomd
we had steamed
hadden uitgestoomd
you all had steamed
hadden uitgestoomd
they had steamed
Future perf.
zal uitgestoomd hebben
I will have steamed
zal uitgestoomd hebben
you will have steamed
zal uitgestoomd hebben
he/she/it will have steamed
zullen uitgestoomd hebben
we will have steamed
zullen uitgestoomd hebben
you all will have steamed
zullen uitgestoomd hebben
they will have steamed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgestoomd hebben
I would have steamed
zou uitgestoomd hebben
you would have steamed
zou uitgestoomd hebben
he/she/it would have steamed
zouden uitgestoomd hebben
we would have steamed
zouden uitgestoomd hebben
you all would have steamed
zouden uitgestoomd hebben
they would have steamed
Present bijzin tense
uitstoom
I steam
uitstoomt
you steam
uitstoomt
he/she/it steams
uitstomen
we steam
uitstomen
you all steam
uitstomen
they steam
Past bijzin tense
uitstoomde
I steamed
uitstoomde
you steamed
uitstoomde
he/she/it steamed
uitstoomden
we steamed
uitstoomden
you all steamed
uitstoomden
they steamed
Future bijzin tense
zal uitstomen
I will steam
zult uitstomen
you will steam
zal uitstomen
he/she/it will steam
zullen uitstomen
we will steam
zullen uitstomen
you all will steam
zullen uitstomen
they will steam
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitstomen
I would steam
zou uitstomen
you would steam
zou uitstomen
he/she/it would steam
zouden uitstomen
we would steam
zouden uitstomen
you all would steam
zouden uitstomen
they would steam
Subjunctive bijzin mood
uitstome
I steam
uitstome
you steam
uitstome
he/she/it steam
uitstome
we steam
uitstome
you all steam
uitstome
they steam
Du
Ihr
Imperative mood
stoom uit
steam
stoomt uit
steam

Examples of uitstomen

Example in DutchTranslation in English
- Er komt wat stoom uit daar.Ooh, got off some steam there. You're mad.
- Water en stoom uit.Kill the water and steam.
Als je 's winters iemand doodsteekt, komt er stoom uit de wond.If you stab a man in winter, steam will rise up from the wounds.
Als ze een tekenfilmfiguur was, kwam er nu stoom uit d'r oren.If she was a cartoon character,she'd have steam blowing out of her ears.
De eerste vulkanen spuwden, samen met andere gassen, stoom uit.As the first volcanoes erupted, one of the gases that billowed out was steam.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitsteken
stamp
uitstoten
pour out
uitsturen
send out
uitzoomen
out

Similar but longer

uitstromen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'steam':

None found.
Learning languages?