Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

uitrijzen

to soar

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of uitrijzen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rijs uit
I soar
rijst uit
you soar
rijst uit
he/she/it soars
rijzen uit
we soar
rijzen uit
you all soar
rijzen uit
they soar
Present perfect tense
ben uitgerezen
I have soared
bent uitgerezen
you have soared
is uitgerezen
he/she/it has soared
zijn uitgerezen
we have soared
zijn uitgerezen
you all have soared
zijn uitgerezen
they have soared
Past tense
rees uit
I soared
rees uit
you soared
rees uit
he/she/it soared
rezen uit
we soared
rezen uit
you all soared
rezen uit
they soared
Future tense
zal uitrijzen
I will soar
zult uitrijzen
you will soar
zal uitrijzen
he/she/it will soar
zullen uitrijzen
we will soar
zullen uitrijzen
you all will soar
zullen uitrijzen
they will soar
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitrijzen
I would soar
zou uitrijzen
you would soar
zou uitrijzen
he/she/it would soar
zouden uitrijzen
we would soar
zouden uitrijzen
you all would soar
zouden uitrijzen
they would soar
Subjunctive mood
rijze uit
I soar
rijze uit
you soar
rijze uit
he/she/it soar
rijze uit
we soar
rijze uit
you all soar
rijze uit
they soar
Past perfect tense
was uitgerezen
I had soared
was uitgerezen
you had soared
was uitgerezen
he/she/it had soared
waren uitgerezen
we had soared
waren uitgerezen
you all had soared
waren uitgerezen
they had soared
Future perf.
zal uitgerezen zijn
I will have soared
zal uitgerezen zijn
you will have soared
zal uitgerezen zijn
he/she/it will have soared
zullen uitgerezen zijn
we will have soared
zullen uitgerezen zijn
you all will have soared
zullen uitgerezen zijn
they will have soared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgerezen zijn
I would have soared
zou uitgerezen zijn
you would have soared
zou uitgerezen zijn
he/she/it would have soared
zouden uitgerezen zijn
we would have soared
zouden uitgerezen zijn
you all would have soared
zouden uitgerezen zijn
they would have soared
Present bijzin tense
uitrijs
I soar
uitrijst
you soar
uitrijst
he/she/it soars
uitrijzen
we soar
uitrijzen
you all soar
uitrijzen
they soar
Past bijzin tense
uitrees
I soared
uitrees
you soared
uitrees
he/she/it soared
uitrezen
we soared
uitrezen
you all soared
uitrezen
they soared
Future bijzin tense
zal uitrijzen
I will soar
zult uitrijzen
you will soar
zal uitrijzen
he/she/it will soar
zullen uitrijzen
we will soar
zullen uitrijzen
you all will soar
zullen uitrijzen
they will soar
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitrijzen
I would soar
zou uitrijzen
you would soar
zou uitrijzen
he/she/it would soar
zouden uitrijzen
we would soar
zouden uitrijzen
you all would soar
zouden uitrijzen
they would soar
Subjunctive bijzin mood
uitrijze
I soar
uitrijze
you soar
uitrijze
he/she/it soar
uitrijze
we soar
uitrijze
you all soar
uitrijze
they soar
Du
Ihr
Imperative mood
rijs uit
soar
rijst uit
soar

Further details about this page

LOCATION