Uitklaren (to do) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of uitklaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klaar uit
I do
klaart uit
you do
klaart uit
he/she/it does
klaren uit
we do
klaren uit
you all do
klaren uit
they do
Present perfect tense
heb uitgeklaard
I have done
hebt uitgeklaard
you have done
heeft uitgeklaard
he/she/it has done
hebben uitgeklaard
we have done
hebben uitgeklaard
you all have done
hebben uitgeklaard
they have done
Past tense
klaarde uit
I did
klaarde uit
you did
klaarde uit
he/she/it did
klaarden uit
we did
klaarden uit
you all did
klaarden uit
they did
Future tense
zal uitklaren
I will do
zult uitklaren
you will do
zal uitklaren
he/she/it will do
zullen uitklaren
we will do
zullen uitklaren
you all will do
zullen uitklaren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitklaren
I would do
zou uitklaren
you would do
zou uitklaren
he/she/it would do
zouden uitklaren
we would do
zouden uitklaren
you all would do
zouden uitklaren
they would do
Subjunctive mood
klare uit
I do
klare uit
you do
klare uit
he/she/it do
klare uit
we do
klare uit
you all do
klare uit
they do
Past perfect tense
had uitgeklaard
I had done
had uitgeklaard
you had done
had uitgeklaard
he/she/it had done
hadden uitgeklaard
we had done
hadden uitgeklaard
you all had done
hadden uitgeklaard
they had done
Future perf.
zal uitgeklaard hebben
I will have done
zal uitgeklaard hebben
you will have done
zal uitgeklaard hebben
he/she/it will have done
zullen uitgeklaard hebben
we will have done
zullen uitgeklaard hebben
you all will have done
zullen uitgeklaard hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeklaard hebben
I would have done
zou uitgeklaard hebben
you would have done
zou uitgeklaard hebben
he/she/it would have done
zouden uitgeklaard hebben
we would have done
zouden uitgeklaard hebben
you all would have done
zouden uitgeklaard hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitklaar
I do
uitklaart
you do
uitklaart
he/she/it does
uitklaren
we do
uitklaren
you all do
uitklaren
they do
Past bijzin tense
uitklaarde
I did
uitklaarde
you did
uitklaarde
he/she/it did
uitklaarden
we did
uitklaarden
you all did
uitklaarden
they did
Future bijzin tense
zal uitklaren
I will do
zult uitklaren
you will do
zal uitklaren
he/she/it will do
zullen uitklaren
we will do
zullen uitklaren
you all will do
zullen uitklaren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitklaren
I would do
zou uitklaren
you would do
zou uitklaren
he/she/it would do
zouden uitklaren
we would do
zouden uitklaren
you all would do
zouden uitklaren
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitklare
I do
uitklare
you do
uitklare
he/she/it do
uitklare
we do
uitklare
you all do
uitklare
they do
Du
Ihr
Imperative mood
klaar uit
do
klaart uit
do

Examples of uitklaren

Example in DutchTranslation in English
- Waar kan ik vluchtpapieren uitklaren?May I be of any help to you? Where do I go to clear my flight papers, please?
Als we dit niet uitklaren, gaan er andere mensen sterven.If we don't figure this out, other people are gonna die.
Het uitklaren zoals mannen, zoals de Turken doen met Kirkpinar.You know, settle it like men, as the turks do with Kirkpinar.
Hoe wil je dit uitklaren?How do you want to sort this?
Ik denk dat we dit beter uitklaren op het station.I think we better go downtown and straighten this out. Yeah.
- Je ziet er niet klaar uit.- You don't look ready.
Ik herinner me niets, klaar uit.I don't remember. - You saying I'm lying about it?
Ja, je ziet er wel klaar uit.Okay, you look pretty done with that.
Ze zien er klaar uit.They look done. Yeah.
Ziet er voor mij al klaar uit.Looks pretty done to me.
Ik slaap er gewoon in voor een paar dagen terwijl ik wat problemen met mij appartement uitklaar.I'm just sleeping in it for a couple of days while I work out some problems with my condo. It's a very temporary issue.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitkleden
undress
uitkleien
do
uitsparen
save

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?