Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Toebidden (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of toebidden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bid toe
I do
bidt toe
you do
bidt toe
he/she/it does
bidden toe
we do
bidden toe
you all do
bidden toe
they do
Present perfect tense
heb toegebeden
I have done
hebt toegebeden
you have done
heeft toegebeden
he/she/it has done
hebben toegebeden
we have done
hebben toegebeden
you all have done
hebben toegebeden
they have done
Past tense
bad toe
I did
bad toe
you did
bad toe
he/she/it did
baden toe
we did
baden toe
you all did
baden toe
they did
Future tense
zal toebidden
I will do
zult toebidden
you will do
zal toebidden
he/she/it will do
zullen toebidden
we will do
zullen toebidden
you all will do
zullen toebidden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toebidden
I would do
zou toebidden
you would do
zou toebidden
he/she/it would do
zouden toebidden
we would do
zouden toebidden
you all would do
zouden toebidden
they would do
Subjunctive mood
bidde toe
I do
bidde toe
you do
bidde toe
he/she/it do
bidde toe
we do
bidde toe
you all do
bidde toe
they do
Past perfect tense
had toegebeden
I had done
had toegebeden
you had done
had toegebeden
he/she/it had done
hadden toegebeden
we had done
hadden toegebeden
you all had done
hadden toegebeden
they had done
Future perf.
zal toegebeden hebben
I will have done
zal toegebeden hebben
you will have done
zal toegebeden hebben
he/she/it will have done
zullen toegebeden hebben
we will have done
zullen toegebeden hebben
you all will have done
zullen toegebeden hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegebeden hebben
I would have done
zou toegebeden hebben
you would have done
zou toegebeden hebben
he/she/it would have done
zouden toegebeden hebben
we would have done
zouden toegebeden hebben
you all would have done
zouden toegebeden hebben
they would have done
Present bijzin tense
toebid
I do
toebidt
you do
toebidt
he/she/it does
toebidden
we do
toebidden
you all do
toebidden
they do
Past bijzin tense
toebad
I did
toebad
you did
toebad
he/she/it did
toebaden
we did
toebaden
you all did
toebaden
they did
Future bijzin tense
zal toebidden
I will do
zult toebidden
you will do
zal toebidden
he/she/it will do
zullen toebidden
we will do
zullen toebidden
you all will do
zullen toebidden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toebidden
I would do
zou toebidden
you would do
zou toebidden
he/she/it would do
zouden toebidden
we would do
zouden toebidden
you all would do
zouden toebidden
they would do
Subjunctive bijzin mood
toebidde
I do
toebidde
you do
toebidde
he/she/it do
toebidde
we do
toebidde
you all do
toebidde
they do
Du
Ihr
Imperative mood
bid to
do
bidt t
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

meebidden
pray
toebijten
do
toebinden
ligature

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

teruggroeten
back greetings
terugspoelen
rewind
terugvertalen
put back
testeren
do
thuislaten
leave behind
tjangelen
do
toebedelen
allocate
toebereiden
prepare
toebijten
do
toekeren
turn

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.