Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Stofferen (to upholster) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of stofferen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stoffeer
I upholster
stoffeert
you upholster
stoffeert
he/she/it upholsters
stofferen
we upholster
stofferen
you all upholster
stofferen
they upholster
Present perfect tense
heb gestoffeerd
I have upholstered
hebt gestoffeerd
you have upholstered
heeft gestoffeerd
he/she/it has upholstered
hebben gestoffeerd
we have upholstered
hebben gestoffeerd
you all have upholstered
hebben gestoffeerd
they have upholstered
Past tense
stoffeerde
I upholstered
stoffeerde
you upholstered
stoffeerde
he/she/it upholstered
stoffeerden
we upholstered
stoffeerden
you all upholstered
stoffeerden
they upholstered
Future tense
zal stofferen
I will upholster
zult stofferen
you will upholster
zal stofferen
he/she/it will upholster
zullen stofferen
we will upholster
zullen stofferen
you all will upholster
zullen stofferen
they will upholster
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stofferen
I would upholster
zou stofferen
you would upholster
zou stofferen
he/she/it would upholster
zouden stofferen
we would upholster
zouden stofferen
you all would upholster
zouden stofferen
they would upholster
Subjunctive mood
stoffere
I upholster
stoffere
you upholster
stoffere
he/she/it upholster
stoffere
we upholster
stoffere
you all upholster
stoffere
they upholster
Past perfect tense
had gestoffeerd
I had upholstered
had gestoffeerd
you had upholstered
had gestoffeerd
he/she/it had upholstered
hadden gestoffeerd
we had upholstered
hadden gestoffeerd
you all had upholstered
hadden gestoffeerd
they had upholstered
Future perf.
zal gestoffeerd hebben
I will have upholstered
zal gestoffeerd hebben
you will have upholstered
zal gestoffeerd hebben
he/she/it will have upholstered
zullen gestoffeerd hebben
we will have upholstered
zullen gestoffeerd hebben
you all will have upholstered
zullen gestoffeerd hebben
they will have upholstered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gestoffeerd hebben
I would have upholstered
zou gestoffeerd hebben
you would have upholstered
zou gestoffeerd hebben
he/she/it would have upholstered
zouden gestoffeerd hebben
we would have upholstered
zouden gestoffeerd hebben
you all would have upholstered
zouden gestoffeerd hebben
they would have upholstered
Du
Ihr
Imperative mood
stoffeer
upholster
stoffeert
upholster

Examples of stofferen

Example in DutchTranslation in English
Je stoelen stofferen.What do you mean "what"? Re-upholster your furniture.
Mijn oncoloog, een... dit vind je leuk... vrouw, zegt niet stofferen... niet meubileren.My oncologist, who is... you'll love this... a woman, says no upholstering... no furniture refinishing.
Tuurlijk hield ik van de oude Brad, net zoals ik houd van die stoelen die je moeder ons gaf, die ik opnieuw heb laten stofferen, opnieuw laten afwerken zodat ze onherkenbaar zijn.Of course I loved old Brad, just like how I love those chairs your mom gave us that I had reupholstered, refinished so they're unrecognizable.
4,6 V8-motor. Hydro-glide versnellingsbak. De achterbank is opnieuw gestoffeerd.4.6 V8 engine, hydra glide transmission, reupholstered the prisoner containment area.
De dame in kwestie was duidelijk goed gestoffeerd.The lady in question was clearly well upholstered.
Deze meubels zijn allemaal gestoffeerd.This stuff is all upholstered.
Het is gestoffeerd.It's upholstered.
Het ziet eruit alsof het gestoffeerd is met golfbroeken.It looks like it's upholstered in golf pants.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

opofferen
sacrifice
stockeren
stock
storneren
reverse
stotteren
stutter

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'upholster':

None found.