Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Schetteren (to chatter) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schetter
schettert
schettert
schetteren
schetteren
schetteren
Present perfect tense
heb geschetterd
hebt geschetterd
heeft geschetterd
hebben geschetterd
hebben geschetterd
hebben geschetterd
Past tense
schetterde
schetterde
schetterde
schetterden
schetterden
schetterden
Future tense
zal schetteren
zult schetteren
zal schetteren
zullen schetteren
zullen schetteren
zullen schetteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schetteren
zou schetteren
zou schetteren
zouden schetteren
zouden schetteren
zouden schetteren
Subjunctive mood
schettere
schettere
schettere
schettere
schettere
schettere
Past perfect tense
had geschetterd
had geschetterd
had geschetterd
hadden geschetterd
hadden geschetterd
hadden geschetterd
Future perf.
zal geschetterd hebben
zal geschetterd hebben
zal geschetterd hebben
zullen geschetterd hebben
zullen geschetterd hebben
zullen geschetterd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschetterd hebben
zou geschetterd hebben
zou geschetterd hebben
zouden geschetterd hebben
zouden geschetterd hebben
zouden geschetterd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
schetter
schettert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

schitteren
do
schutteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

salariëren
salary
schakelen
shift
schakeren
shift
scheefgroeien
grow crooked
schellen
do
schetsen
sketch
scheuken
do
schilderen
paint
schipperen
do
schootgaan
shot go

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'chatter':

None found.