Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Revideren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
revideer
revideert
revideert
revideren
revideren
revideren
Present perfect tense
heb gerevideerd
hebt gerevideerd
heeft gerevideerd
hebben gerevideerd
hebben gerevideerd
hebben gerevideerd
Past tense
revideerde
revideerde
revideerde
revideerden
revideerden
revideerden
Future tense
zal revideren
zult revideren
zal revideren
zullen revideren
zullen revideren
zullen revideren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou revideren
zou revideren
zou revideren
zouden revideren
zouden revideren
zouden revideren
Subjunctive mood
revidere
revidere
revidere
revidere
revidere
revidere
Past perfect tense
had gerevideerd
had gerevideerd
had gerevideerd
hadden gerevideerd
hadden gerevideerd
hadden gerevideerd
Future perf.
zal gerevideerd hebben
zal gerevideerd hebben
zal gerevideerd hebben
zullen gerevideerd hebben
zullen gerevideerd hebben
zullen gerevideerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerevideerd hebben
zou gerevideerd hebben
zou gerevideerd hebben
zouden gerevideerd hebben
zouden gerevideerd hebben
zouden gerevideerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
revideer
revideert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

resideren
dwell
reveleren
reveal
reviseren
overhaul

Similar but longer

revalideren
do

Random

relateren
requisition
resolveren
do
restitueren
refund
resumeren
summarize
retoucheren
retouch
reven
reef
revieren
hunt areas
reviseren
overhaul
rijen
do
rijten
rip

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.