Pantseren (to armour) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of pantseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pantser
I armour
pantsert
you armour
pantsert
he/she/it armours
pantseren
we armour
pantseren
you all armour
pantseren
they armour
Present perfect tense
heb gepantserd
I have armoured
hebt gepantserd
you have armoured
heeft gepantserd
he/she/it has armoured
hebben gepantserd
we have armoured
hebben gepantserd
you all have armoured
hebben gepantserd
they have armoured
Past tense
pantserde
I armoured
pantserde
you armoured
pantserde
he/she/it armoured
pantserden
we armoured
pantserden
you all armoured
pantserden
they armoured
Future tense
zal pantseren
I will armour
zult pantseren
you will armour
zal pantseren
he/she/it will armour
zullen pantseren
we will armour
zullen pantseren
you all will armour
zullen pantseren
they will armour
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pantseren
I would armour
zou pantseren
you would armour
zou pantseren
he/she/it would armour
zouden pantseren
we would armour
zouden pantseren
you all would armour
zouden pantseren
they would armour
Subjunctive mood
pantsere
I armour
pantsere
you armour
pantsere
he/she/it armour
pantsere
we armour
pantsere
you all armour
pantsere
they armour
Past perfect tense
had gepantserd
I had armoured
had gepantserd
you had armoured
had gepantserd
he/she/it had armoured
hadden gepantserd
we had armoured
hadden gepantserd
you all had armoured
hadden gepantserd
they had armoured
Future perf.
zal gepantserd hebben
I will have armoured
zal gepantserd hebben
you will have armoured
zal gepantserd hebben
he/she/it will have armoured
zullen gepantserd hebben
we will have armoured
zullen gepantserd hebben
you all will have armoured
zullen gepantserd hebben
they will have armoured
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepantserd hebben
I would have armoured
zou gepantserd hebben
you would have armoured
zou gepantserd hebben
he/she/it would have armoured
zouden gepantserd hebben
we would have armoured
zouden gepantserd hebben
you all would have armoured
zouden gepantserd hebben
they would have armoured
Du
Ihr
Imperative mood
pantser
armour
pantsert
armour

Examples of pantseren

Example in DutchTranslation in English
'Buiten staat een vrouw in een vreemd pantser een union jack te verscheuren 'misschien één of andere toekomstige heldin van het Imperium.'Outside is a woman in strange armour, ripping a Union jack, 'perhaps some future heroine ofthe Empire.
- Dat het pantser energie kan absorberen.The warrior's armour appears to possess advanced energy-absorption technology.
- Hun pantser.- I speak of the armour.
- Met het pantser van de supersoldaat.Come again? I wear the armour of Anubis's assassin.
- Onderhuids pantser.Subdermal body armour.
- De SUV is compleet gepantserd.The car was armoured from top to bottom.
- Plus hij is gepantserd.- Plus he's armoured.
De Doedicurus is goed gepantserd en reusachtig.Doedicurus, for instance, are not only well-armoured, they are huge.
De Mercedes S600 die voor het hotel stond was zwaar en gepantserd.The Mercedes S600 parked at the front of the hotel, was heavy and armoured.
De politie is op zoek naar de daders van een schietpartij op de luchthaven... Vier zwaarbewapende en gemaskerde mannen beroofden een gepantserd geldtransport. De politie spreekt van een inside job.Police in hot pursuit after shots were fired on the runway last night three or four masked men robbed an armoured vehicle in what looks like an inside job.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

pandoeren
do
panikeren
panic

Similar but longer

bepantseren
armor
ompantseren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'armour':

None found.
Learning languages?