Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

opspannen

to clamp

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of opspannen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
span op
I clamp
spant op
you clamp
spant op
he/she/it clamps
spannen op
we clamp
spannen op
you all clamp
spannen op
they clamp
Present perfect tense
heb opgespannen
I have clamped
hebt opgespannen
you have clamped
heeft opgespannen
he/she/it has clamped
hebben opgespannen
we have clamped
hebben opgespannen
you all have clamped
hebben opgespannen
they have clamped
Past tense
spande op
I clamped
spande op
you clamped
spande op
he/she/it clamped
spanden op
we clamped
spanden op
you all clamped
spanden op
they clamped
Future tense
zal opspannen
I will clamp
zult opspannen
you will clamp
zal opspannen
he/she/it will clamp
zullen opspannen
we will clamp
zullen opspannen
you all will clamp
zullen opspannen
they will clamp
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opspannen
I would clamp
zou opspannen
you would clamp
zou opspannen
he/she/it would clamp
zouden opspannen
we would clamp
zouden opspannen
you all would clamp
zouden opspannen
they would clamp
Subjunctive mood
spanne op
I clamp
spanne op
you clamp
spanne op
he/she/it clamp
spanne op
we clamp
spanne op
you all clamp
spanne op
they clamp
Past perfect tense
had opgespannen
I had clamped
had opgespannen
you had clamped
had opgespannen
he/she/it had clamped
hadden opgespannen
we had clamped
hadden opgespannen
you all had clamped
hadden opgespannen
they had clamped
Future perf.
zal opgespannen hebben
I will have clamped
zal opgespannen hebben
you will have clamped
zal opgespannen hebben
he/she/it will have clamped
zullen opgespannen hebben
we will have clamped
zullen opgespannen hebben
you all will have clamped
zullen opgespannen hebben
they will have clamped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgespannen hebben
I would have clamped
zou opgespannen hebben
you would have clamped
zou opgespannen hebben
he/she/it would have clamped
zouden opgespannen hebben
we would have clamped
zouden opgespannen hebben
you all would have clamped
zouden opgespannen hebben
they would have clamped
Present bijzin tense
opspan
I clamp
opspant
you clamp
opspant
he/she/it clamps
opspannen
we clamp
opspannen
you all clamp
opspannen
they clamp
Past bijzin tense
opspande
I clamped
opspande
you clamped
opspande
he/she/it clamped
opspanden
we clamped
opspanden
you all clamped
opspanden
they clamped
Future bijzin tense
zal opspannen
I will clamp
zult opspannen
you will clamp
zal opspannen
he/she/it will clamp
zullen opspannen
we will clamp
zullen opspannen
you all will clamp
zullen opspannen
they will clamp
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opspannen
I would clamp
zou opspannen
you would clamp
zou opspannen
he/she/it would clamp
zouden opspannen
we would clamp
zouden opspannen
you all would clamp
zouden opspannen
they would clamp
Subjunctive bijzin mood
opspanne
I clamp
opspanne
you clamp
opspanne
he/she/it clamp
opspanne
we clamp
opspanne
you all clamp
opspanne
they clamp
Du
Ihr
Imperative mood
span op
clamp
spant op
clamp

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES