Opluisteren (to grace) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of opluisteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
luister op
I grace
luistert op
you grace
luistert op
he/she/it graces
luisteren op
we grace
luisteren op
you all grace
luisteren op
they grace
Present perfect tense
heb opgeluisterd
I have graced
hebt opgeluisterd
you have graced
heeft opgeluisterd
he/she/it has graced
hebben opgeluisterd
we have graced
hebben opgeluisterd
you all have graced
hebben opgeluisterd
they have graced
Past tense
luisterde op
I graced
luisterde op
you graced
luisterde op
he/she/it graced
luisterden op
we graced
luisterden op
you all graced
luisterden op
they graced
Future tense
zal opluisteren
I will grace
zult opluisteren
you will grace
zal opluisteren
he/she/it will grace
zullen opluisteren
we will grace
zullen opluisteren
you all will grace
zullen opluisteren
they will grace
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opluisteren
I would grace
zou opluisteren
you would grace
zou opluisteren
he/she/it would grace
zouden opluisteren
we would grace
zouden opluisteren
you all would grace
zouden opluisteren
they would grace
Subjunctive mood
luistere op
I grace
luistere op
you grace
luistere op
he/she/it grace
luistere op
we grace
luistere op
you all grace
luistere op
they grace
Past perfect tense
had opgeluisterd
I had graced
had opgeluisterd
you had graced
had opgeluisterd
he/she/it had graced
hadden opgeluisterd
we had graced
hadden opgeluisterd
you all had graced
hadden opgeluisterd
they had graced
Future perf.
zal opgeluisterd hebben
I will have graced
zal opgeluisterd hebben
you will have graced
zal opgeluisterd hebben
he/she/it will have graced
zullen opgeluisterd hebben
we will have graced
zullen opgeluisterd hebben
you all will have graced
zullen opgeluisterd hebben
they will have graced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeluisterd hebben
I would have graced
zou opgeluisterd hebben
you would have graced
zou opgeluisterd hebben
he/she/it would have graced
zouden opgeluisterd hebben
we would have graced
zouden opgeluisterd hebben
you all would have graced
zouden opgeluisterd hebben
they would have graced
Present bijzin tense
opluister
I grace
opluistert
you grace
opluistert
he/she/it graces
opluisteren
we grace
opluisteren
you all grace
opluisteren
they grace
Past bijzin tense
opluisterde
I graced
opluisterde
you graced
opluisterde
he/she/it graced
opluisterden
we graced
opluisterden
you all graced
opluisterden
they graced
Future bijzin tense
zal opluisteren
I will grace
zult opluisteren
you will grace
zal opluisteren
he/she/it will grace
zullen opluisteren
we will grace
zullen opluisteren
you all will grace
zullen opluisteren
they will grace
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opluisteren
I would grace
zou opluisteren
you would grace
zou opluisteren
he/she/it would grace
zouden opluisteren
we would grace
zouden opluisteren
you all would grace
zouden opluisteren
they would grace
Subjunctive bijzin mood
opluistere
I grace
opluistere
you grace
opluistere
he/she/it grace
opluistere
we grace
opluistere
you all grace
opluistere
they grace
Du
Ihr
Imperative mood
luister op
grace
luistert op
grace

Examples of opluisteren

Example in DutchTranslation in English
Mijn vader zou de wereld nog opluisteren.My father would yet grace this world.
Zo, dus eindelijk willen jullie je aanwezigheid opluisteren.So, you finally seem fit to grace us with your presence.
"Haar deugden, opgeluisterd met uitwendige gaven..." "laten vervlogen passies in mijn hart herleven.""Her virtues, graced with external gifts, do breed love's settled passions in my heart."
Ik kan het aantal gala's niet tellen die jij in de loop der jaren hebt opgeluisterd... met je onvergelijkbare stem, en dat meen ik serieus.I can't count the number of galas you have graced over the years with your incomparable voice - and I mean that sincerely.
Ik twijfel er ook zeer aan dat ik er ooit een zal zien opgeluisterd door juffrouw McKenna.I also doubt very much... that I shall ever see one graced by Miss McKenna.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afluisteren
eavesdrop
beluisteren
listen to

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

openblijven
stay open
ophoesten
expectorate
oplaten
do
oplikken
lick
opluiken
do
opmaken
edit
opmerken
observe
opredderen
do
oprennen
run up
oprijden
drive up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'grace':

None found.
Learning languages?