Opkorten (to do) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of opkorten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kort op
I do
kort op
you do
kort op
he/she/it does
korten op
we do
korten op
you all do
korten op
they do
Present perfect tense
heb opgekort
I have done
hebt opgekort
you have done
heeft opgekort
he/she/it has done
hebben opgekort
we have done
hebben opgekort
you all have done
hebben opgekort
they have done
Past tense
kortte op
I did
kortte op
you did
kortte op
he/she/it did
kortten op
we did
kortten op
you all did
kortten op
they did
Future tense
zal opkorten
I will do
zult opkorten
you will do
zal opkorten
he/she/it will do
zullen opkorten
we will do
zullen opkorten
you all will do
zullen opkorten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opkorten
I would do
zou opkorten
you would do
zou opkorten
he/she/it would do
zouden opkorten
we would do
zouden opkorten
you all would do
zouden opkorten
they would do
Subjunctive mood
korte op
I do
korte op
you do
korte op
he/she/it do
korte op
we do
korte op
you all do
korte op
they do
Past perfect tense
had opgekort
I had done
had opgekort
you had done
had opgekort
he/she/it had done
hadden opgekort
we had done
hadden opgekort
you all had done
hadden opgekort
they had done
Future perf.
zal opgekort hebben
I will have done
zal opgekort hebben
you will have done
zal opgekort hebben
he/she/it will have done
zullen opgekort hebben
we will have done
zullen opgekort hebben
you all will have done
zullen opgekort hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgekort hebben
I would have done
zou opgekort hebben
you would have done
zou opgekort hebben
he/she/it would have done
zouden opgekort hebben
we would have done
zouden opgekort hebben
you all would have done
zouden opgekort hebben
they would have done
Present bijzin tense
opkort
I do
opkort
you do
opkort
he/she/it does
opkorten
we do
opkorten
you all do
opkorten
they do
Past bijzin tense
opkortte
I did
opkortte
you did
opkortte
he/she/it did
opkortten
we did
opkortten
you all did
opkortten
they did
Future bijzin tense
zal opkorten
I will do
zult opkorten
you will do
zal opkorten
he/she/it will do
zullen opkorten
we will do
zullen opkorten
you all will do
zullen opkorten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opkorten
I would do
zou opkorten
you would do
zou opkorten
he/she/it would do
zouden opkorten
we would do
zouden opkorten
you all would do
zouden opkorten
they would do
Subjunctive bijzin mood
opkorte
I do
opkorte
you do
opkorte
he/she/it do
opkorte
we do
opkorte
you all do
opkorte
they do
Du
Ihr
Imperative mood
kort op
do
kort op
do

Examples of opkorten

Example in DutchTranslation in English
Als ze het niet haalt zijn jaren werk verloren. We zitten er te kort op.If she doesn't make it, years of hard work goes down the drain.
Het enige wat ik moest doen, was kort op de juiste knop te drukken.All I needed to do was tug on the thread.
Het enige wat jullie moeten doen... is bij de repetities aanwezig zijn en dan opdagen... voor de show op de 3e. En aan het einde van de show... gaan jullie het podium op en treden jullie kort op.The only thing that you guys are required to do is show up for rehearsal and then show up for the show on the 3rd, and at the end of the show you guys take the stage and perform a little bit.
Ik ben pas kort op het eiland terwijl - maar, erm, ik weet hoe je bent, denk ik, een beetje, en ik wil alleen maar zeggen dat je niet beter had kunnen zijn voor mij.I've only been on the island a short while - but, erm, I do know what you're like, I think, a bit, and I just want to say that you couldn't have been more welcoming to me.
Ja, heel kort op de boerderij, in het deurgat.in the doorway.
-Ik zeg: We korten op levensonderhoud. En zij roepen dat ik weduwen, die 740 dollar per maand krijgen...-I'll say, "Trim the cost of living adjustment. " They'll haul out elderly widows who are getting $ 740 a month...
Maar ze korten op noodopvang, slachtofferbegeleiding...But we're losing a lot Of domestic-violence shelter beds, Counseling for rape victims.
U kunt mij korten op mijn salaris, mij laten overwerken.You can dock my pay, make me stay late.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkorten
abbreviate
bekorten
do
inkorten
abate
opkisten
do
opkooien
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?