Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

ophitsen

to incite

Need help with ophitsen or Dutch? Get a professional tutor! Find a tutor →
Wanna learn by yourself instead? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of ophitsen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hits op
I incite
hitst op
you incite
hitst op
he/she/it incites
hitsen op
we incite
hitsen op
you all incite
hitsen op
they incite
Present perfect tense
heb opgehitst
I have incited
hebt opgehitst
you have incited
heeft opgehitst
he/she/it has incited
hebben opgehitst
we have incited
hebben opgehitst
you all have incited
hebben opgehitst
they have incited
Past tense
hitste op
I incited
hitste op
you incited
hitste op
he/she/it incited
hitsten op
we incited
hitsten op
you all incited
hitsten op
they incited
Future tense
zal ophitsen
I will incite
zult ophitsen
you will incite
zal ophitsen
he/she/it will incite
zullen ophitsen
we will incite
zullen ophitsen
you all will incite
zullen ophitsen
they will incite
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ophitsen
I would incite
zou ophitsen
you would incite
zou ophitsen
he/she/it would incite
zouden ophitsen
we would incite
zouden ophitsen
you all would incite
zouden ophitsen
they would incite
Subjunctive mood
hitse op
I incite
hitse op
you incite
hitse op
he/she/it incite
hitse op
we incite
hitse op
you all incite
hitse op
they incite
Past perfect tense
had opgehitst
I had incited
had opgehitst
you had incited
had opgehitst
he/she/it had incited
hadden opgehitst
we had incited
hadden opgehitst
you all had incited
hadden opgehitst
they had incited
Future perf.
zal opgehitst hebben
I will have incited
zal opgehitst hebben
you will have incited
zal opgehitst hebben
he/she/it will have incited
zullen opgehitst hebben
we will have incited
zullen opgehitst hebben
you all will have incited
zullen opgehitst hebben
they will have incited
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgehitst hebben
I would have incited
zou opgehitst hebben
you would have incited
zou opgehitst hebben
he/she/it would have incited
zouden opgehitst hebben
we would have incited
zouden opgehitst hebben
you all would have incited
zouden opgehitst hebben
they would have incited
Present bijzin tense
ophits
I incite
ophitst
you incite
ophitst
he/she/it incites
ophitsen
we incite
ophitsen
you all incite
ophitsen
they incite
Past bijzin tense
ophitste
I incited
ophitste
you incited
ophitste
he/she/it incited
ophitsten
we incited
ophitsten
you all incited
ophitsten
they incited
Future bijzin tense
zal ophitsen
I will incite
zult ophitsen
you will incite
zal ophitsen
he/she/it will incite
zullen ophitsen
we will incite
zullen ophitsen
you all will incite
zullen ophitsen
they will incite
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou ophitsen
I would incite
zou ophitsen
you would incite
zou ophitsen
he/she/it would incite
zouden ophitsen
we would incite
zouden ophitsen
you all would incite
zouden ophitsen
they would incite
Subjunctive bijzin mood
ophitse
I incite
ophitse
you incite
ophitse
he/she/it incite
ophitse
we incite
ophitse
you all incite
ophitse
they incite
Du
Ihr
Imperative mood
hits op
incite
hitst op
incite
Practice these conjugations with a Dutch tutor - first lesson 50% off!

If you have questions about the conjugation of ophitsen or Dutch in general, you can practice and get feedback from a professional tutor.

Examples of ophitsen

Ga de mensen niet ophitsen.

Do not incite these people.

Jullie openden de gevangenissen en hebben het gespuis opgehitst!

You opened the prisons and incited the rabble!

Waarom niet? - Hoe meer je ons apart zet... hoe meer je hen ophitst.

The more "out" you make us, the more you incite them.

Dan moet ik haar arresteren voor het schrijven van de monoloog die mr Allen ophitste om mr Grady te doden.

Then I have to arrest her for writing the monologue that incited Mr. Allen to kill Mr. Grady.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES