Opduikelen (to excavate) conjugation

Dutch

Conjugation of opduikelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
duikel op
I excavate
duikelt op
you excavate
duikelt op
he/she/it excavates
duikelen op
we excavate
duikelen op
you all excavate
duikelen op
they excavate
Present perfect tense
heb opgeduikeld
I have excavated
hebt opgeduikeld
you have excavated
heeft opgeduikeld
he/she/it has excavated
hebben opgeduikeld
we have excavated
hebben opgeduikeld
you all have excavated
hebben opgeduikeld
they have excavated
Past tense
duikelde op
I excavated
duikelde op
you excavated
duikelde op
he/she/it excavated
duikelden op
we excavated
duikelden op
you all excavated
duikelden op
they excavated
Future tense
zal opduikelen
I will excavate
zult opduikelen
you will excavate
zal opduikelen
he/she/it will excavate
zullen opduikelen
we will excavate
zullen opduikelen
you all will excavate
zullen opduikelen
they will excavate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opduikelen
I would excavate
zou opduikelen
you would excavate
zou opduikelen
he/she/it would excavate
zouden opduikelen
we would excavate
zouden opduikelen
you all would excavate
zouden opduikelen
they would excavate
Subjunctive mood
duikele op
I excavate
duikele op
you excavate
duikele op
he/she/it excavate
duikele op
we excavate
duikele op
you all excavate
duikele op
they excavate
Past perfect tense
had opgeduikeld
I had excavated
had opgeduikeld
you had excavated
had opgeduikeld
he/she/it had excavated
hadden opgeduikeld
we had excavated
hadden opgeduikeld
you all had excavated
hadden opgeduikeld
they had excavated
Future perf.
zal opgeduikeld hebben
I will have excavated
zal opgeduikeld hebben
you will have excavated
zal opgeduikeld hebben
he/she/it will have excavated
zullen opgeduikeld hebben
we will have excavated
zullen opgeduikeld hebben
you all will have excavated
zullen opgeduikeld hebben
they will have excavated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeduikeld hebben
I would have excavated
zou opgeduikeld hebben
you would have excavated
zou opgeduikeld hebben
he/she/it would have excavated
zouden opgeduikeld hebben
we would have excavated
zouden opgeduikeld hebben
you all would have excavated
zouden opgeduikeld hebben
they would have excavated
Present bijzin tense
opduikel
I excavate
opduikelt
you excavate
opduikelt
he/she/it excavates
opduikelen
we excavate
opduikelen
you all excavate
opduikelen
they excavate
Past bijzin tense
opduikelde
I excavated
opduikelde
you excavated
opduikelde
he/she/it excavated
opduikelden
we excavated
opduikelden
you all excavated
opduikelden
they excavated
Future bijzin tense
zal opduikelen
I will excavate
zult opduikelen
you will excavate
zal opduikelen
he/she/it will excavate
zullen opduikelen
we will excavate
zullen opduikelen
you all will excavate
zullen opduikelen
they will excavate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opduikelen
I would excavate
zou opduikelen
you would excavate
zou opduikelen
he/she/it would excavate
zouden opduikelen
we would excavate
zouden opduikelen
you all would excavate
zouden opduikelen
they would excavate
Subjunctive bijzin mood
opduikele
I excavate
opduikele
you excavate
opduikele
he/she/it excavate
opduikele
we excavate
opduikele
you all excavate
opduikele
they excavate
Du
Ihr
Imperative mood
duikel op
excavate
duikelt op
excavate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afduikelen
do
omduikelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'excavate':

None found.
Learning languages?