Omduikelen (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of omduikelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
duikel om
I do
duikelt om
you do
duikelt om
he/she/it does
duikelen om
we do
duikelen om
you all do
duikelen om
they do
Present perfect tense
heb omgeduikeld
I have done
hebt omgeduikeld
you have done
heeft omgeduikeld
he/she/it has done
hebben omgeduikeld
we have done
hebben omgeduikeld
you all have done
hebben omgeduikeld
they have done
Past tense
duikelde om
I did
duikelde om
you did
duikelde om
he/she/it did
duikelden om
we did
duikelden om
you all did
duikelden om
they did
Future tense
zal omduikelen
I will do
zult omduikelen
you will do
zal omduikelen
he/she/it will do
zullen omduikelen
we will do
zullen omduikelen
you all will do
zullen omduikelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omduikelen
I would do
zou omduikelen
you would do
zou omduikelen
he/she/it would do
zouden omduikelen
we would do
zouden omduikelen
you all would do
zouden omduikelen
they would do
Subjunctive mood
duikele om
I do
duikele om
you do
duikele om
he/she/it do
duikele om
we do
duikele om
you all do
duikele om
they do
Past perfect tense
had omgeduikeld
I had done
had omgeduikeld
you had done
had omgeduikeld
he/she/it had done
hadden omgeduikeld
we had done
hadden omgeduikeld
you all had done
hadden omgeduikeld
they had done
Future perf.
zal omgeduikeld hebben
I will have done
zal omgeduikeld hebben
you will have done
zal omgeduikeld hebben
he/she/it will have done
zullen omgeduikeld hebben
we will have done
zullen omgeduikeld hebben
you all will have done
zullen omgeduikeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgeduikeld hebben
I would have done
zou omgeduikeld hebben
you would have done
zou omgeduikeld hebben
he/she/it would have done
zouden omgeduikeld hebben
we would have done
zouden omgeduikeld hebben
you all would have done
zouden omgeduikeld hebben
they would have done
Present bijzin tense
omduikel
I do
omduikelt
you do
omduikelt
he/she/it does
omduikelen
we do
omduikelen
you all do
omduikelen
they do
Past bijzin tense
omduikelde
I did
omduikelde
you did
omduikelde
he/she/it did
omduikelden
we did
omduikelden
you all did
omduikelden
they did
Future bijzin tense
zal omduikelen
I will do
zult omduikelen
you will do
zal omduikelen
he/she/it will do
zullen omduikelen
we will do
zullen omduikelen
you all will do
zullen omduikelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omduikelen
I would do
zou omduikelen
you would do
zou omduikelen
he/she/it would do
zouden omduikelen
we would do
zouden omduikelen
you all would do
zouden omduikelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
omduikele
I do
omduikele
you do
omduikele
he/she/it do
omduikele
we do
omduikele
you all do
omduikele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
duikel om
do
duikelt
do

Examples of omduikelen

Example in DutchTranslation in English
Als je voorover duikelt, moet je de hoogte in.When you do a roll over the bar that way, shoot way up in the air.
Ze komt uit de stoel, loopt naar de deur, jij staat achter haar en hup, ze duikelt de trap af.She'll get out of her chair, she'll go to the door,... ..you go behind her and pow! Down the stairs she goes.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afduikelen
do
opduikelen
excavate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

neersabelen
saber
offeren
sacrifice
officiƫren
formalize
omdoen
put on
omdrijven
do
omduwen
push over
omeggen
harrow
omhoogkomen
come up
omkanten
do
omkegelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?