Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontwijden (to desecrate) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of ontwijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontwijd
I desecrate
ontwijdt
you desecrate
ontwijdt
he/she/it desecrates
ontwijden
we desecrate
ontwijden
you all desecrate
ontwijden
they desecrate
Present perfect tense
heb ontwijd
I have desecrated
hebt ontwijd
you have desecrated
heeft ontwijd
he/she/it has desecrated
hebben ontwijd
we have desecrated
hebben ontwijd
you all have desecrated
hebben ontwijd
they have desecrated
Past tense
ontwijdde
I desecrated
ontwijdde
you desecrated
ontwijdde
he/she/it desecrated
ontwijdden
we desecrated
ontwijdden
you all desecrated
ontwijdden
they desecrated
Future tense
zal ontwijden
I will desecrate
zult ontwijden
you will desecrate
zal ontwijden
he/she/it will desecrate
zullen ontwijden
we will desecrate
zullen ontwijden
you all will desecrate
zullen ontwijden
they will desecrate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontwijden
I would desecrate
zou ontwijden
you would desecrate
zou ontwijden
he/she/it would desecrate
zouden ontwijden
we would desecrate
zouden ontwijden
you all would desecrate
zouden ontwijden
they would desecrate
Subjunctive mood
ontwijde
I desecrate
ontwijde
you desecrate
ontwijde
he/she/it desecrate
ontwijde
we desecrate
ontwijde
you all desecrate
ontwijde
they desecrate
Past perfect tense
had ontwijd
I had desecrated
had ontwijd
you had desecrated
had ontwijd
he/she/it had desecrated
hadden ontwijd
we had desecrated
hadden ontwijd
you all had desecrated
hadden ontwijd
they had desecrated
Future perf.
zal ontwijd hebben
I will have desecrated
zal ontwijd hebben
you will have desecrated
zal ontwijd hebben
he/she/it will have desecrated
zullen ontwijd hebben
we will have desecrated
zullen ontwijd hebben
you all will have desecrated
zullen ontwijd hebben
they will have desecrated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontwijd hebben
I would have desecrated
zou ontwijd hebben
you would have desecrated
zou ontwijd hebben
he/she/it would have desecrated
zouden ontwijd hebben
we would have desecrated
zouden ontwijd hebben
you all would have desecrated
zouden ontwijd hebben
they would have desecrated
Du
Ihr
Imperative mood
ontwijd
desecrate
ontwijdt
desecrate

Examples of ontwijden

Example in DutchTranslation in English
De Kradin doden geen burgers en ontwijden geen dode Voris'?Then the Kradin don't kill innocent civilians? They don't desecrate the Vori's dead?
In de gevangenis is weinig anders te doen dan je vlees ontwijden.But there's not a whole lot to do in prison but desecrate your flesh.
De lagere school werd ook ontwijd.The elementary school got desecrated, too.
Je kidnapper had deze ring bij zich, wat betekent dat hij het graf van David ontwijd kan hebben.Your abductor had this ring, which means he may have desecrated David's grave.
Je zegt "ontwijd".The word is "desecrated."
Ons dorp is... ontwijd.Our village has been desecrated.
Je ontwijde kerk heeft alle macht van het kwaad die je nodig hebt.Your desecrated church has all the power of evil you need, mate.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontwijken
dodge
ontwinden
unwind
uitwijden
dwell

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'desecrate':

None found.