Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish verbs
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Modern Greek
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian verbs
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Search
Quick navigation...
Dutch Cooljugator home
List of Dutch verbs
Submit feedback
About Cooljugator
Cooljugator blog
Cooljugator home
Omstikken (to do) conjugation
Dutch
Conjugation of omstikken
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
omstik
I do
omstikt
you do
omstikt
he/she/it does
omstikken
we do
omstikken
you all do
omstikken
they do
Present perfect tense
heb omstikt
I have done
hebt omstikt
you have done
heeft omstikt
he/she/it has done
hebben omstikt
we have done
hebben omstikt
you all have done
hebben omstikt
they have done
Past tense
omstikte
I did
omstikte
you did
omstikte
he/she/it did
omstikten
we did
omstikten
you all did
omstikten
they did
Future tense
zal omstikken
I will do
zult omstikken
you will do
zal omstikken
he/she/it will do
zullen omstikken
we will do
zullen omstikken
you all will do
zullen omstikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omstikken
I would do
zou omstikken
you would do
zou omstikken
he/she/it would do
zouden omstikken
we would do
zouden omstikken
you all would do
zouden omstikken
they would do
Subjunctive mood
omstikke
I do
omstikke
you do
omstikke
he/she/it do
omstikke
we do
omstikke
you all do
omstikke
they do
Past perfect tense
had omstikt
I had done
had omstikt
you had done
had omstikt
he/she/it had done
hadden omstikt
we had done
hadden omstikt
you all had done
hadden omstikt
they had done
Future perf.
zal omstikt hebben
I will have done
zal omstikt hebben
you will have done
zal omstikt hebben
he/she/it will have done
zullen omstikt hebben
we will have done
zullen omstikt hebben
you all will have done
zullen omstikt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omstikt hebben
I would have done
zou omstikt hebben
you would have done
zou omstikt hebben
he/she/it would have done
zouden omstikt hebben
we would have done
zouden omstikt hebben
you all would have done
zouden omstikt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
omstik
do
omstikt
do
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
afstikken
do
bestikken
do
omwrikken
do
omzwikken
do
opstikken
do
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
omkukelen
do
omschakelen
do
omschrijven
describe
omslaan
capsize
omsmijten
do
omstaan
do
omstorten
do
omvallen
fall over
omverlopen
run over
omwerpen
overthrow
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':
None found.
Learning languages?
Try Interlinear