Omploegen (to plow) conjugation

Dutch
18 examples

Conjugation of omploegen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ploeg om
I plow
ploegt om
you plow
ploegt om
he/she/it plows
ploegen om
we plow
ploegen om
you all plow
ploegen om
they plow
Present perfect tense
heb omgeploegd
I have plowed
hebt omgeploegd
you have plowed
heeft omgeploegd
he/she/it has plowed
hebben omgeploegd
we have plowed
hebben omgeploegd
you all have plowed
hebben omgeploegd
they have plowed
Past tense
ploegde om
I plowed
ploegde om
you plowed
ploegde om
he/she/it plowed
ploegden om
we plowed
ploegden om
you all plowed
ploegden om
they plowed
Future tense
zal omploegen
I will plow
zult omploegen
you will plow
zal omploegen
he/she/it will plow
zullen omploegen
we will plow
zullen omploegen
you all will plow
zullen omploegen
they will plow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omploegen
I would plow
zou omploegen
you would plow
zou omploegen
he/she/it would plow
zouden omploegen
we would plow
zouden omploegen
you all would plow
zouden omploegen
they would plow
Subjunctive mood
ploege om
I plow
ploege om
you plow
ploege om
he/she/it plow
ploege om
we plow
ploege om
you all plow
ploege om
they plow
Past perfect tense
had omgeploegd
I had plowed
had omgeploegd
you had plowed
had omgeploegd
he/she/it had plowed
hadden omgeploegd
we had plowed
hadden omgeploegd
you all had plowed
hadden omgeploegd
they had plowed
Future perf.
zal omgeploegd hebben
I will have plowed
zal omgeploegd hebben
you will have plowed
zal omgeploegd hebben
he/she/it will have plowed
zullen omgeploegd hebben
we will have plowed
zullen omgeploegd hebben
you all will have plowed
zullen omgeploegd hebben
they will have plowed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgeploegd hebben
I would have plowed
zou omgeploegd hebben
you would have plowed
zou omgeploegd hebben
he/she/it would have plowed
zouden omgeploegd hebben
we would have plowed
zouden omgeploegd hebben
you all would have plowed
zouden omgeploegd hebben
they would have plowed
Present bijzin tense
omploeg
I plow
omploegt
you plow
omploegt
he/she/it plows
omploegen
we plow
omploegen
you all plow
omploegen
they plow
Past bijzin tense
omploegde
I plowed
omploegde
you plowed
omploegde
he/she/it plowed
omploegden
we plowed
omploegden
you all plowed
omploegden
they plowed
Future bijzin tense
zal omploegen
I will plow
zult omploegen
you will plow
zal omploegen
he/she/it will plow
zullen omploegen
we will plow
zullen omploegen
you all will plow
zullen omploegen
they will plow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omploegen
I would plow
zou omploegen
you would plow
zou omploegen
he/she/it would plow
zouden omploegen
we would plow
zouden omploegen
you all would plow
zouden omploegen
they would plow
Subjunctive bijzin mood
omploege
I plow
omploege
you plow
omploege
he/she/it plow
omploege
we plow
omploege
you all plow
omploege
they plow
Du
Ihr
Imperative mood
ploeg om
plow
ploegt
plow

Examples of omploegen

Example in DutchTranslation in English
Dan ga ik die hele lap grond omploegen.Then I'm gonna plow up that ground and I'm gonna clear it as far as you can see.
Hij heeft een jong veulen als ik thuis maar gaat een oud Russisch veld omploegen?He has a sweet, young filly like me at home and he needs to go out and plow some old Russian field?
Ik schaf een grote, ouwe muilezel aan en ik ga gewoon... dat verdomde platteland compleet omploegen.I'm gonna get me a big old mule and I'm just gonna plow... the living tarnation out of that countryside.
We moeten bomen omhakken, akkers omploegen en omheinen en 't vee voederen.There's trees waiting to be felled land waiting to be plowed and fenced, stock to be fed.
Wie gaat 't laagliggend land omploegen?All right, who's gonna pick your cotton, and who's gonna plow up all that bottomland out there?
- Het gewas is verrot, het moet omgeploegd worden.- This crop is rotten, it needs to be plowed under.
Er werd tenminste iets omgeploegd die avond.At least something got plowed that night.
Het lijkt alsof het onlangs omgeploegd is.Looks like it's been recently plowed.
Ik denk dat ie van z'n leven nog nooit een land heeft omgeploegd.Think he'd never hoofed it over plowed land in all his life.
Ik zag een omgeploegd veld, en ik zweefde er precies overheen.I saw a plowed field, and I slipped right over it.
- Laat je dat omploeg ding hier?- You will leave us this plow?
Als het gras gemaaid is, betekent dat dat, eh, Janines tuinman het gras maait en niet Janine omploegt.If the yard's been mowed, that means that, uh, Janine's landscaper's been cutting the grass and not plowing Janine.
Die dag dat Joey en ik dat veld omploegde.- That bloody impossible lower field the day me and Joey plowed it.
- Hij ploegt zijn maïs onder.- He's plowing under his corn.
Dan ploegt hij miljoenen in dier-gerelateerde oorzaken.Then plows millions into animal-related causes.
Een stoomroller ploegt...A steamroller is plowing... Out now.
Gedurende twaalf seconden... ploegt het Wright vliegtuig door de lucht... in een onmiskenbare, motor aangedreven, mens dragende vlucht.For twelve seconds... the Wright plane plows through the air... in unmistakable power-driven, man-carrying flight.
Hij ploegt het en ciaos het.He plows it and ciaos it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afploegen
do
beploegen
plow
inploegen
in teams
omplooien
fold back
opploegen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omeggen
harrow
omkeilen
do
omkippen
tip over
omkransen
wreathe
omladen
charge reversal
omplanten
transplant
omplooien
fold back
omsluiten
enclose
omstaan
do
omstikken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'plow':

None found.
Learning languages?