Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

omkanten

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of omkanten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kant om
I do
kant om
you do
kant om
he/she/it does
kanten om
we do
kanten om
you all do
kanten om
they do
Present perfect tense
heb omgekant
I have done
hebt omgekant
you have done
heeft omgekant
he/she/it has done
hebben omgekant
we have done
hebben omgekant
you all have done
hebben omgekant
they have done
Past tense
kantte om
I did
kantte om
you did
kantte om
he/she/it did
kantten om
we did
kantten om
you all did
kantten om
they did
Future tense
zal omkanten
I will do
zult omkanten
you will do
zal omkanten
he/she/it will do
zullen omkanten
we will do
zullen omkanten
you all will do
zullen omkanten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omkanten
I would do
zou omkanten
you would do
zou omkanten
he/she/it would do
zouden omkanten
we would do
zouden omkanten
you all would do
zouden omkanten
they would do
Subjunctive mood
kante om
I do
kante om
you do
kante om
he/she/it do
kante om
we do
kante om
you all do
kante om
they do
Past perfect tense
had omgekant
I had done
had omgekant
you had done
had omgekant
he/she/it had done
hadden omgekant
we had done
hadden omgekant
you all had done
hadden omgekant
they had done
Future perf.
zal omgekant hebben
I will have done
zal omgekant hebben
you will have done
zal omgekant hebben
he/she/it will have done
zullen omgekant hebben
we will have done
zullen omgekant hebben
you all will have done
zullen omgekant hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgekant hebben
I would have done
zou omgekant hebben
you would have done
zou omgekant hebben
he/she/it would have done
zouden omgekant hebben
we would have done
zouden omgekant hebben
you all would have done
zouden omgekant hebben
they would have done
Present bijzin tense
omkant
I do
omkant
you do
omkant
he/she/it does
omkanten
we do
omkanten
you all do
omkanten
they do
Past bijzin tense
omkantte
I did
omkantte
you did
omkantte
he/she/it did
omkantten
we did
omkantten
you all did
omkantten
they did
Future bijzin tense
zal omkanten
I will do
zult omkanten
you will do
zal omkanten
he/she/it will do
zullen omkanten
we will do
zullen omkanten
you all will do
zullen omkanten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omkanten
I would do
zou omkanten
you would do
zou omkanten
he/she/it would do
zouden omkanten
we would do
zouden omkanten
you all would do
zouden omkanten
they would do
Subjunctive bijzin mood
omkante
I do
omkante
you do
omkante
he/she/it do
omkante
we do
omkante
you all do
omkante
they do
Du
Ihr
Imperative mood
kant om
do
kant
do

Examples of omkanten

We zullen alles doen aan deze kant om jouw veilige terugkeer te garanderen.

We'll do whatever we can on this side to ensure your safe return.

Zijn vader lag in de kast in de slaapkamer, met een kant van zijn riem aan de deurknop geknoopt, de andere kant om zijn nek.

His father was in the closet of his bedroom, one end of a belt tied around the doorknob, the other around his neck

" Jij, aan de andere kant, behoren noch tot de wereld van wolven

"You, however, do not belong nor in the world of wolves

"Hé maatje, ik ben hier aan deze kant klaar.

"Hey, buddy, I'm done on this side.

"Lord Dunmore, gouverneur van Virginia, belooft vrijheid aan... negers die oversteken naar de Britse kant"

"Lord Dunmore, Governor of Virginia, promises freedom to... negroes who cross over to the British side."

"Maar aan de andere kant van hartzeer is wijsheid. "

"But on the other side of heartbreak is wisdom."

"P. kant." Pardon?

- I beg your pardon?

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES