Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Omgluren (to do) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gluur om
gluurt om
gluurt om
gluren om
gluren om
gluren om
Present perfect tense
heb omgegluurd
hebt omgegluurd
heeft omgegluurd
hebben omgegluurd
hebben omgegluurd
hebben omgegluurd
Past tense
gluurde om
gluurde om
gluurde om
gluurden om
gluurden om
gluurden om
Future tense
zal omgluren
zult omgluren
zal omgluren
zullen omgluren
zullen omgluren
zullen omgluren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omgluren
zou omgluren
zou omgluren
zouden omgluren
zouden omgluren
zouden omgluren
Subjunctive mood
glure om
glure om
glure om
glure om
glure om
glure om
Past perfect tense
had omgegluurd
had omgegluurd
had omgegluurd
hadden omgegluurd
hadden omgegluurd
hadden omgegluurd
Future perf.
zal omgegluurd hebben
zal omgegluurd hebben
zal omgegluurd hebben
zullen omgegluurd hebben
zullen omgegluurd hebben
zullen omgegluurd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgegluurd hebben
zou omgegluurd hebben
zou omgegluurd hebben
zouden omgegluurd hebben
zouden omgegluurd hebben
zouden omgegluurd hebben
Present bijzin tense
omgluur
omgluurt
omgluurt
omgluren
omgluren
omgluren
Past bijzin tense
omgluurde
omgluurde
omgluurde
omgluurden
omgluurden
omgluurden
Future bijzin tense
zal omgluren
zult omgluren
zal omgluren
zullen omgluren
zullen omgluren
zullen omgluren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omgluren
zou omgluren
zou omgluren
zouden omgluren
zouden omgluren
zouden omgluren
Subjunctive bijzin mood
omglure
omglure
omglure
omglure
omglure
omglure
Du
Ihr
Imperative mood
gluur om
gluurt

Examples of omgluren

Example in DutchTranslation in English
- Ze gluurt door een spleet in de deur... en ze kijkt als de andere huurders komen en gaan.- She peeks through a crack in the door... and she watches as the other tenants come and go.
Als hij ergens in gluurt, is het voorbij.And if she catches him looking up anything or down anything, that's it.
Als je niet bij ramen naar binnen gluurt.When you're not peeking in windows.
De neus zit binnen handbereik en je gluurt niet in 'n vrouwenneus.You don't unhook anything to get to a nose and no man has ever tried to look up a woman's nostrils.
Een engerd stalkt je dochter, gluurt door haar raam, maakt jarenlang foto's.Some perv stalks your daughter, peeks in her window, takes photos for years.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afgluren
do
begluren
peep
nagluren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ochtendmalen
obstruct
oefenen
exercise
officialiseren
formalize
omarmen
embrace
omduikelen
do
omeggen
harrow
omgeven
surround
omgooien
upset
omhoogsteken
put up
omhoogvallen
up fall

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.