Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afgluren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gluur af
gluurt af
gluurt af
gluren af
gluren af
gluren af
Present perfect tense
heb afgegluurd
hebt afgegluurd
heeft afgegluurd
hebben afgegluurd
hebben afgegluurd
hebben afgegluurd
Past tense
gluurde af
gluurde af
gluurde af
gluurden af
gluurden af
gluurden af
Future tense
zal afgluren
zult afgluren
zal afgluren
zullen afgluren
zullen afgluren
zullen afgluren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afgluren
zou afgluren
zou afgluren
zouden afgluren
zouden afgluren
zouden afgluren
Subjunctive mood
glure af
glure af
glure af
glure af
glure af
glure af
Past perfect tense
had afgegluurd
had afgegluurd
had afgegluurd
hadden afgegluurd
hadden afgegluurd
hadden afgegluurd
Future perf.
zal afgegluurd hebben
zal afgegluurd hebben
zal afgegluurd hebben
zullen afgegluurd hebben
zullen afgegluurd hebben
zullen afgegluurd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgegluurd hebben
zou afgegluurd hebben
zou afgegluurd hebben
zouden afgegluurd hebben
zouden afgegluurd hebben
zouden afgegluurd hebben
Present bijzin tense
afgluur
afgluurt
afgluurt
afgluren
afgluren
afgluren
Past bijzin tense
afgluurde
afgluurde
afgluurde
afgluurden
afgluurden
afgluurden
Future bijzin tense
zal afgluren
zult afgluren
zal afgluren
zullen afgluren
zullen afgluren
zullen afgluren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afgluren
zou afgluren
zou afgluren
zouden afgluren
zouden afgluren
zouden afgluren
Subjunctive bijzin mood
afglure
afglure
afglure
afglure
afglure
afglure
Du
Ihr
Imperative mood
gluur af
gluurt af

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkeuren
disapprove
afsturen
do
begluren
peep
nagluren
do
omgluren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.