Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Neerzitten (to sit down) conjugation

Dutch
8 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zit neer
zit neer
zit neer
zitten neer
zitten neer
zitten neer
Present perfect tense
heb neergezeten
hebt neergezeten
heeft neergezeten
hebben neergezeten
hebben neergezeten
hebben neergezeten
Past tense
zat neer
zat neer
zat neer
zaten neer
zaten neer
zaten neer
Future tense
zal neerzitten
zult neerzitten
zal neerzitten
zullen neerzitten
zullen neerzitten
zullen neerzitten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou neerzitten
zou neerzitten
zou neerzitten
zouden neerzitten
zouden neerzitten
zouden neerzitten
Subjunctive mood
zitte neer
zitte neer
zitte neer
zitte neer
zitte neer
zitte neer
Past perfect tense
had neergezeten
had neergezeten
had neergezeten
hadden neergezeten
hadden neergezeten
hadden neergezeten
Future perf.
zal neergezeten hebben
zal neergezeten hebben
zal neergezeten hebben
zullen neergezeten hebben
zullen neergezeten hebben
zullen neergezeten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou neergezeten hebben
zou neergezeten hebben
zou neergezeten hebben
zouden neergezeten hebben
zouden neergezeten hebben
zouden neergezeten hebben
Present bijzin tense
neerzit
neerzit
neerzit
neerzitten
neerzitten
neerzitten
Past bijzin tense
neerzat
neerzat
neerzat
neerzaten
neerzaten
neerzaten
Future bijzin tense
zal neerzitten
zult neerzitten
zal neerzitten
zullen neerzitten
zullen neerzitten
zullen neerzitten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou neerzitten
zou neerzitten
zou neerzitten
zouden neerzitten
zouden neerzitten
zouden neerzitten
Subjunctive bijzin mood
neerzitte
neerzitte
neerzitte
neerzitte
neerzitte
neerzitte
Du
Ihr
Imperative mood
zit neer
zit n

Examples of neerzitten

Example in DutchTranslation in English
Heb je al eens neergezeten vandaag?Have you even sat down today?
Ik was in 't restaurant, ik zat neer, en ik zei "Ik neem de garnalen".I was at the restaurant and I sat down and I was like, "I might get the shrimp"
Ik zat neer en begon een nieuwe rol die eigen aan mij is, te spelen. Een rol voor 'n vrouw die de angst achter haar kan laten... en vanuit de duisternis in het zonlicht stapt.So, I sat down... and began to write a new role that would be my own, a role for a woman who could leave the walls of fear behind and step out into the sunlight, out of darkness.
lederen verzamelde zich rond hem, hij zat neer en gaf hen les.AII the people gathered round him, and he sat down and began to teach them.
We zaten neer na het eten,I mean, Josh was. So we sat down after dinner,
En ze moest het rustig aan doen wanneer ze neerzat.And she had to take it kind of easy when she sat down.
Maar toen hij eens neerzat, was die jongen een natuurtalent.But once he sat down, the boy was a natural.
Zodra we neerzaten... haalde hij deze ring boven en ik werd zo emotioneel... dat ik nog een servet moest vragen aan de ober.As soon as we sat down he pulls out this ring and I got so emotional that I had to ask the waiter to bring over another napkin.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

neerzetten
put down
neerzijgen
do
neerzinken
sink down
overzitten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

navlooien
do
nazenden
redirect
nazingen
should sing
neervallen
fall
neerzinken
sink down
negeren
ignore
nevelen
do
nippen
do
noordwesteren
do
nopen
induce

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sit down':

None found.