Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Neerladen (to down load) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laad neer
laadt neer
laadt neer
laden neer
laden neer
laden neer
Present perfect tense
heb neergeladen
hebt neergeladen
heeft neergeladen
hebben neergeladen
hebben neergeladen
hebben neergeladen
Past tense
laadde neer
laadde neer
laadde neer
laadden neer
laadden neer
laadden neer
Future tense
zal neerladen
zult neerladen
zal neerladen
zullen neerladen
zullen neerladen
zullen neerladen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou neerladen
zou neerladen
zou neerladen
zouden neerladen
zouden neerladen
zouden neerladen
Subjunctive mood
lade neer
lade neer
lade neer
lade neer
lade neer
lade neer
Past perfect tense
had neergeladen
had neergeladen
had neergeladen
hadden neergeladen
hadden neergeladen
hadden neergeladen
Future perf.
zal neergeladen hebben
zal neergeladen hebben
zal neergeladen hebben
zullen neergeladen hebben
zullen neergeladen hebben
zullen neergeladen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou neergeladen hebben
zou neergeladen hebben
zou neergeladen hebben
zouden neergeladen hebben
zouden neergeladen hebben
zouden neergeladen hebben
Present bijzin tense
neerlaad
neerlaadt
neerlaadt
neerladen
neerladen
neerladen
Past bijzin tense
neerlaadde
neerlaadde
neerlaadde
neerlaadden
neerlaadden
neerlaadden
Future bijzin tense
zal neerladen
zult neerladen
zal neerladen
zullen neerladen
zullen neerladen
zullen neerladen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou neerladen
zou neerladen
zou neerladen
zouden neerladen
zouden neerladen
zouden neerladen
Subjunctive bijzin mood
neerlade
neerlade
neerlade
neerlade
neerlade
neerlade
Du
Ihr
Imperative mood
laad neer
laadt n

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

neerlaten
lower
neerlopen
walk down
overladen
overcharge

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nablussen
damp down
naroepen
do
narommelen
do
nasporen
track
neerhurken
squat
neerkijken
look down
neerkwakken
slam down
neerlaten
lower
neerzien
look down
neerzitten
sit down

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'down load':

None found.