Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
nadruppelen
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
nadruppelen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
druppel na
I do
druppelt na
you do
druppelt na
he/she/it does
druppelen na
we do
druppelen na
you all do
druppelen na
they do
Present perfect tense
heb nagedruppeld
I have done
hebt nagedruppeld
you have done
heeft nagedruppeld
he/she/it has done
hebben nagedruppeld
we have done
hebben nagedruppeld
you all have done
hebben nagedruppeld
they have done
Past tense
druppelde na
I did
druppelde na
you did
druppelde na
he/she/it did
druppelden na
we did
druppelden na
you all did
druppelden na
they did
Future tense
zal nadruppelen
I will do
zult nadruppelen
you will do
zal nadruppelen
he/she/it will do
zullen nadruppelen
we will do
zullen nadruppelen
you all will do
zullen nadruppelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nadruppelen
I would do
zou nadruppelen
you would do
zou nadruppelen
he/she/it would do
zouden nadruppelen
we would do
zouden nadruppelen
you all would do
zouden nadruppelen
they would do
Subjunctive mood
druppele na
I do
druppele na
you do
druppele na
he/she/it do
druppele na
we do
druppele na
you all do
druppele na
they do
Past perfect tense
had nagedruppeld
I had done
had nagedruppeld
you had done
had nagedruppeld
he/she/it had done
hadden nagedruppeld
we had done
hadden nagedruppeld
you all had done
hadden nagedruppeld
they had done
Future perf.
zal nagedruppeld hebben
I will have done
zal nagedruppeld hebben
you will have done
zal nagedruppeld hebben
he/she/it will have done
zullen nagedruppeld hebben
we will have done
zullen nagedruppeld hebben
you all will have done
zullen nagedruppeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagedruppeld hebben
I would have done
zou nagedruppeld hebben
you would have done
zou nagedruppeld hebben
he/she/it would have done
zouden nagedruppeld hebben
we would have done
zouden nagedruppeld hebben
you all would have done
zouden nagedruppeld hebben
they would have done
Present bijzin tense
nadruppel
I do
nadruppelt
you do
nadruppelt
he/she/it does
nadruppelen
we do
nadruppelen
you all do
nadruppelen
they do
Past bijzin tense
nadruppelde
I did
nadruppelde
you did
nadruppelde
he/she/it did
nadruppelden
we did
nadruppelden
you all did
nadruppelden
they did
Future bijzin tense
zal nadruppelen
I will do
zult nadruppelen
you will do
zal nadruppelen
he/she/it will do
zullen nadruppelen
we will do
zullen nadruppelen
you all will do
zullen nadruppelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nadruppelen
I would do
zou nadruppelen
you would do
zou nadruppelen
he/she/it would do
zouden nadruppelen
we would do
zouden nadruppelen
you all would do
zouden nadruppelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
nadruppele
I do
nadruppele
you do
nadruppele
he/she/it do
nadruppele
we do
nadruppele
you all do
nadruppele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
druppel na
do
druppelt na
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
nadruppelen
RELATED PAGES
afdruppelen
do
bedruppelen
drizzle
indruppelen
do
Back to Top