Indruppelen (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of indruppelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
druppel in
I do
druppelt in
you do
druppelt in
he/she/it does
druppelen in
we do
druppelen in
you all do
druppelen in
they do
Present perfect tense
heb ingedruppeld
I have done
hebt ingedruppeld
you have done
heeft ingedruppeld
he/she/it has done
hebben ingedruppeld
we have done
hebben ingedruppeld
you all have done
hebben ingedruppeld
they have done
Past tense
druppelde in
I did
druppelde in
you did
druppelde in
he/she/it did
druppelden in
we did
druppelden in
you all did
druppelden in
they did
Future tense
zal indruppelen
I will do
zult indruppelen
you will do
zal indruppelen
he/she/it will do
zullen indruppelen
we will do
zullen indruppelen
you all will do
zullen indruppelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou indruppelen
I would do
zou indruppelen
you would do
zou indruppelen
he/she/it would do
zouden indruppelen
we would do
zouden indruppelen
you all would do
zouden indruppelen
they would do
Subjunctive mood
druppele in
I do
druppele in
you do
druppele in
he/she/it do
druppele in
we do
druppele in
you all do
druppele in
they do
Past perfect tense
had ingedruppeld
I had done
had ingedruppeld
you had done
had ingedruppeld
he/she/it had done
hadden ingedruppeld
we had done
hadden ingedruppeld
you all had done
hadden ingedruppeld
they had done
Future perf.
zal ingedruppeld hebben
I will have done
zal ingedruppeld hebben
you will have done
zal ingedruppeld hebben
he/she/it will have done
zullen ingedruppeld hebben
we will have done
zullen ingedruppeld hebben
you all will have done
zullen ingedruppeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingedruppeld hebben
I would have done
zou ingedruppeld hebben
you would have done
zou ingedruppeld hebben
he/she/it would have done
zouden ingedruppeld hebben
we would have done
zouden ingedruppeld hebben
you all would have done
zouden ingedruppeld hebben
they would have done
Present bijzin tense
indruppel
I do
indruppelt
you do
indruppelt
he/she/it does
indruppelen
we do
indruppelen
you all do
indruppelen
they do
Past bijzin tense
indruppelde
I did
indruppelde
you did
indruppelde
he/she/it did
indruppelden
we did
indruppelden
you all did
indruppelden
they did
Future bijzin tense
zal indruppelen
I will do
zult indruppelen
you will do
zal indruppelen
he/she/it will do
zullen indruppelen
we will do
zullen indruppelen
you all will do
zullen indruppelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou indruppelen
I would do
zou indruppelen
you would do
zou indruppelen
he/she/it would do
zouden indruppelen
we would do
zouden indruppelen
you all would do
zouden indruppelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
indruppele
I do
indruppele
you do
indruppele
he/she/it do
indruppele
we do
indruppele
you all do
indruppele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
druppel in
do
druppelt in
do

Examples of indruppelen

Example in DutchTranslation in English
Al is het maar een druppel in de oceaan. Zij is nu in orde. Dankuwel.I mean, rather than do one thing at a time, how about if you do everything at once.
Dus ik denk dat het idee is dat het zweet naar beneden druppelt in de trechter in het kopje.So I guess the idea is for the sweat to dribble down into the funnel, into the cup.
Het zweet druppelt in mijn BH en ik kan mijn eten niet binnenhouden, dus wat je punt ook is, je hebt het gemaakt.Look, I got sweat pooling in my bra and I cannot keep my food down, so whatever point it is you're trying to make, it's made.
Grotere klompen lossen gewoon op in slijm, en druppelen in jouw keel.Larger lumps simply dissolve in mucus and drip down your throat.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdruppelen
do
bedruppelen
drizzle
indroppelen
do
nadruppelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

huilebalken
do
hydreren
hydrate
indommelen
drop off
indopen
dip
indruisen
conflict
indrukken
press
induceren
do
ineenschrompelen
shrivel up
influisteren
whisper
inhouwen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?