Moraliseren (to grumble) conjugation

Dutch

Conjugation of moraliseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
moraliseer
I grumble
moraliseert
you grumble
moraliseert
he/she/it grumbles
moraliseren
we grumble
moraliseren
you all grumble
moraliseren
they grumble
Present perfect tense
heb gemoraliseerd
I have grumbled
hebt gemoraliseerd
you have grumbled
heeft gemoraliseerd
he/she/it has grumbled
hebben gemoraliseerd
we have grumbled
hebben gemoraliseerd
you all have grumbled
hebben gemoraliseerd
they have grumbled
Past tense
moraliseerde
I grumbled
moraliseerde
you grumbled
moraliseerde
he/she/it grumbled
moraliseerden
we grumbled
moraliseerden
you all grumbled
moraliseerden
they grumbled
Future tense
zal moraliseren
I will grumble
zult moraliseren
you will grumble
zal moraliseren
he/she/it will grumble
zullen moraliseren
we will grumble
zullen moraliseren
you all will grumble
zullen moraliseren
they will grumble
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou moraliseren
I would grumble
zou moraliseren
you would grumble
zou moraliseren
he/she/it would grumble
zouden moraliseren
we would grumble
zouden moraliseren
you all would grumble
zouden moraliseren
they would grumble
Subjunctive mood
moralisere
I grumble
moralisere
you grumble
moralisere
he/she/it grumble
moralisere
we grumble
moralisere
you all grumble
moralisere
they grumble
Past perfect tense
had gemoraliseerd
I had grumbled
had gemoraliseerd
you had grumbled
had gemoraliseerd
he/she/it had grumbled
hadden gemoraliseerd
we had grumbled
hadden gemoraliseerd
you all had grumbled
hadden gemoraliseerd
they had grumbled
Future perf.
zal gemoraliseerd hebben
I will have grumbled
zal gemoraliseerd hebben
you will have grumbled
zal gemoraliseerd hebben
he/she/it will have grumbled
zullen gemoraliseerd hebben
we will have grumbled
zullen gemoraliseerd hebben
you all will have grumbled
zullen gemoraliseerd hebben
they will have grumbled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemoraliseerd hebben
I would have grumbled
zou gemoraliseerd hebben
you would have grumbled
zou gemoraliseerd hebben
he/she/it would have grumbled
zouden gemoraliseerd hebben
we would have grumbled
zouden gemoraliseerd hebben
you all would have grumbled
zouden gemoraliseerd hebben
they would have grumbled
Du
Ihr
Imperative mood
moraliseer
grumble
moraliseert
grumble

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

mobiliseren
mobilize

Similar but longer

demoraliseren
demonstrate

Random

mijden
avoid
misleiden
mislead
misspreken
miss sermons
misvatten
misunderstand
modeltekenen
figure drawing
mopperen
grumble
morrelen
fumble
morzelen
do
motoriseren
motorize
moven
move off

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'grumble':

None found.
Learning languages?