Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Meedingen (to compete) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ding mee
dingt mee
dingt mee
dingen mee
dingen mee
dingen mee
Present perfect tense
heb meegedongen
hebt meegedongen
heeft meegedongen
hebben meegedongen
hebben meegedongen
hebben meegedongen
Past tense
dong mee
dong mee
dong mee
dongen mee
dongen mee
dongen mee
Future tense
zal meedingen
zult meedingen
zal meedingen
zullen meedingen
zullen meedingen
zullen meedingen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meedingen
zou meedingen
zou meedingen
zouden meedingen
zouden meedingen
zouden meedingen
Subjunctive mood
dinge mee
dinge mee
dinge mee
dinge mee
dinge mee
dinge mee
Past perfect tense
had meegedongen
had meegedongen
had meegedongen
hadden meegedongen
hadden meegedongen
hadden meegedongen
Future perf.
zal meegedongen hebben
zal meegedongen hebben
zal meegedongen hebben
zullen meegedongen hebben
zullen meegedongen hebben
zullen meegedongen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou meegedongen hebben
zou meegedongen hebben
zou meegedongen hebben
zouden meegedongen hebben
zouden meegedongen hebben
zouden meegedongen hebben
Present bijzin tense
meeding
meedingt
meedingt
meedingen
meedingen
meedingen
Past bijzin tense
meedong
meedong
meedong
meedongen
meedongen
meedongen
Future bijzin tense
zal meedingen
zult meedingen
zal meedingen
zullen meedingen
zullen meedingen
zullen meedingen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou meedingen
zou meedingen
zou meedingen
zouden meedingen
zouden meedingen
zouden meedingen
Subjunctive bijzin mood
meedinge
meedinge
meedinge
meedinge
meedinge
meedinge
Du
Ihr
Imperative mood
ding m
dingt

Examples of meedingen

Example in DutchTranslation in English
Als je wil meedingen, Gracie...If you want to compete, Gracie... - Yeah?
Als u wilt overleven, moet u meedingen naar die middelen.If you want to survive here, you'll have to compete for their resources.
Cal zal niet meedingen in deze wedstrijd. Op geen enkele manier.Cal does not compete in this competition... in no way.
Ik kon niet meedingen.I couldn't compete.
Ik weet niet zeker of je voor een baan kan meedingen als die eigenlijk al aan een ander aangeboden is.I'm not sure you can compete for a job that's actually been offered to someone else.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

meedragen
carry
meezingen
sing along

Similar but longer

mededingen
compete

Random

luizen
louse
majoreren
majorate
masturberen
masturbate
medestrijden
do
medicineren
medicate
meedenken
help think
meediscussiëren
join the discussion
meefinancieren
do
meesturen
send along
meetrillen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'compete':

None found.