Leraren (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of leraren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
leraar
I do
leraart
you do
leraart
he/she/it does
leraren
we do
leraren
you all do
leraren
they do
Present perfect tense
heb geleraard
I have done
hebt geleraard
you have done
heeft geleraard
he/she/it has done
hebben geleraard
we have done
hebben geleraard
you all have done
hebben geleraard
they have done
Past tense
leraarde
I did
leraarde
you did
leraarde
he/she/it did
leraarden
we did
leraarden
you all did
leraarden
they did
Future tense
zal leraren
I will do
zult leraren
you will do
zal leraren
he/she/it will do
zullen leraren
we will do
zullen leraren
you all will do
zullen leraren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou leraren
I would do
zou leraren
you would do
zou leraren
he/she/it would do
zouden leraren
we would do
zouden leraren
you all would do
zouden leraren
they would do
Subjunctive mood
lerare
I do
lerare
you do
lerare
he/she/it do
lerare
we do
lerare
you all do
lerare
they do
Past perfect tense
had geleraard
I had done
had geleraard
you had done
had geleraard
he/she/it had done
hadden geleraard
we had done
hadden geleraard
you all had done
hadden geleraard
they had done
Future perf.
zal geleraard hebben
I will have done
zal geleraard hebben
you will have done
zal geleraard hebben
he/she/it will have done
zullen geleraard hebben
we will have done
zullen geleraard hebben
you all will have done
zullen geleraard hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geleraard hebben
I would have done
zou geleraard hebben
you would have done
zou geleraard hebben
he/she/it would have done
zouden geleraard hebben
we would have done
zouden geleraard hebben
you all would have done
zouden geleraard hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
leraar
do
leraart
do

Examples of leraren

Example in DutchTranslation in English
- Dat klopt, maar leraren wel.They don't, but professors do.
- Het stoort me niet. Je zou geschokt zijn als je hoort welke taal de leraren gebruiken.Screw the game, I got work to do.
- Jawel, met leraren.I do, but with other teachers.
- Je leraren vinden je zo slim... maar die weten niet dat je tot je 13de in je broek plaste.I was just in my dorm. Your teachers think you're so smart, but they don't know that you pee-peed in your pants until you was 13.
- Ze horen leerlingen en leraren.They're doing the rounds on students and teachers.
"Ze betalen me niet genoeg voor een leraar en een ouder. ""They don't pay me enough to be a teacher and a parent."
"en ik ben de enige leraar"And I am the sole docent
- De leraar weet er niets van?- The teacher doesn't know anything?
- Een ex-leraar. Een vertrouwd persoon. - Corbin was geadopteerd.Should be finished soon, but in the meantime... do you know where she was last night?
- Een leraar en een dokter.- A teacher and a doctor.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

legeren
empty
leveren
supply

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?