Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Kwebbelen (to gossip) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kwebbel
kwebbelt
kwebbelt
kwebbelen
kwebbelen
kwebbelen
Present perfect tense
heb gekwebbeld
hebt gekwebbeld
heeft gekwebbeld
hebben gekwebbeld
hebben gekwebbeld
hebben gekwebbeld
Past tense
kwebbelde
kwebbelde
kwebbelde
kwebbelden
kwebbelden
kwebbelden
Future tense
zal kwebbelen
zult kwebbelen
zal kwebbelen
zullen kwebbelen
zullen kwebbelen
zullen kwebbelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kwebbelen
zou kwebbelen
zou kwebbelen
zouden kwebbelen
zouden kwebbelen
zouden kwebbelen
Subjunctive mood
kwebbele
kwebbele
kwebbele
kwebbele
kwebbele
kwebbele
Past perfect tense
had gekwebbeld
had gekwebbeld
had gekwebbeld
hadden gekwebbeld
hadden gekwebbeld
hadden gekwebbeld
Future perf.
zal gekwebbeld hebben
zal gekwebbeld hebben
zal gekwebbeld hebben
zullen gekwebbeld hebben
zullen gekwebbeld hebben
zullen gekwebbeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekwebbeld hebben
zou gekwebbeld hebben
zou gekwebbeld hebben
zouden gekwebbeld hebben
zouden gekwebbeld hebben
zouden gekwebbeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
kwebbel
kwebbelt

Examples of kwebbelen

Example in DutchTranslation in English
Zie ik eruit als een kwebbel?Of course not! Do I have a pint of gossip?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

knabbelen
nibble
knibbelen
haggle
knobbelen
do
krabbelen
scribble
kribbelen
scribble

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'gossip':

None found.