Knabbelen (to nibble) conjugation

Dutch
27 examples

Conjugation of knabbelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knabbel
I nibble
knabbelt
you nibble
knabbelt
he/she/it nibbles
knabbelen
we nibble
knabbelen
you all nibble
knabbelen
they nibble
Present perfect tense
heb geknabbeld
I have nibbled
hebt geknabbeld
you have nibbled
heeft geknabbeld
he/she/it has nibbled
hebben geknabbeld
we have nibbled
hebben geknabbeld
you all have nibbled
hebben geknabbeld
they have nibbled
Past tense
knabbelde
I nibbled
knabbelde
you nibbled
knabbelde
he/she/it nibbled
knabbelden
we nibbled
knabbelden
you all nibbled
knabbelden
they nibbled
Future tense
zal knabbelen
I will nibble
zult knabbelen
you will nibble
zal knabbelen
he/she/it will nibble
zullen knabbelen
we will nibble
zullen knabbelen
you all will nibble
zullen knabbelen
they will nibble
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou knabbelen
I would nibble
zou knabbelen
you would nibble
zou knabbelen
he/she/it would nibble
zouden knabbelen
we would nibble
zouden knabbelen
you all would nibble
zouden knabbelen
they would nibble
Subjunctive mood
knabbele
I nibble
knabbele
you nibble
knabbele
he/she/it nibble
knabbele
we nibble
knabbele
you all nibble
knabbele
they nibble
Past perfect tense
had geknabbeld
I had nibbled
had geknabbeld
you had nibbled
had geknabbeld
he/she/it had nibbled
hadden geknabbeld
we had nibbled
hadden geknabbeld
you all had nibbled
hadden geknabbeld
they had nibbled
Future perf.
zal geknabbeld hebben
I will have nibbled
zal geknabbeld hebben
you will have nibbled
zal geknabbeld hebben
he/she/it will have nibbled
zullen geknabbeld hebben
we will have nibbled
zullen geknabbeld hebben
you all will have nibbled
zullen geknabbeld hebben
they will have nibbled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geknabbeld hebben
I would have nibbled
zou geknabbeld hebben
you would have nibbled
zou geknabbeld hebben
he/she/it would have nibbled
zouden geknabbeld hebben
we would have nibbled
zouden geknabbeld hebben
you all would have nibbled
zouden geknabbeld hebben
they would have nibbled
Du
Ihr
Imperative mood
knabbel
nibble
knabbelt
nibble

Examples of knabbelen

Example in DutchTranslation in English
'Mag ik aan je oor knabbelen? '"Can I nibble on your ear?"
* Ik wil knabbelen aan Jamaicanen en Teriyaki dijen ** I want to nibble on Jamaican jerks and teriyaki thighs *
- Lana, we kunnen niet meer knabbelen.- Lana, we can't nibble any more.
Als je je voet in de bak stopt... zullen de vissen alle dode voethuid en eelt eraf knabbelen... zodat je voeten waanzinnig zacht en fijn achterblijven.now, when you put your feet in the tank, the fish will nibble off all the dead foot skin and calluses, leaving your feet insanely soft and supple.
Dan kunnen we knabbelen.Someone may wanna nibble during the screening.
-Dat noem je pain au chocolat. Maar nee, bedankt. Ik knabbel wel wat aan de jouwe.- "Pain au chocolat" we call it in this house, and no thanks, I won't I'll just nibble a corner of yours.
Dat knabbel- geluidje dat ze maakt als ze eet.That cute nibbley noise she makes when she eats.
De kolonel staat erop dat ik wat knabbel bij de borrel.The Colonel always insists that with my drink, l also have a little nibble.
Dit keer knabbel je je er niet onderuit.You are not gonna nibble your way out of this one!
Een knabbel.A nibble.
Alex, volgens mij knabbelt er wat.Alex, I think you have a nibble.
Als een meisje daaraan knabbelt...A girl nibbles on them, and it's, like, wow.
Als je aan de knichi knabbelt, smaakt het bitter.I beg your pardon? If you nibble, knichi tastes bitter.
De rest knabbelt.The rest of us just nibble ibble dibble...
Hij knabbelt aan 't aas.KlTT, we got a nibble.
En aan de cakejes is ook geknabbeld. Ik kan het laten zien.The cakes in the lounge are nibbled all around the edges.
Er is flink aan hem geknabbeld, dus ik twijfel of ik wel goede afdrukken krijg.He's been nibbled on pretty good, so I doubt I can get a clean print.
Er werd door forellen aan zijn vlees geknabbeld, dus dat is niet echt normaal.Having the victim's flesh nibbled off by trout isn't exactly normal. True.
Geen enkele ziet eruit alsof er op geknabbeld werd.None of them look nibbled on.
Je hebt aan je glas geknabbeld. - Niet waar.You've nibbled away at your glass.
"Als Derek vakkundig aan mijn navel knabbelde, mijn ogen rolden terug in hun kassen. ""As Derek expertly nibbled my belly button, my eyes rolled back in my head."
- Dat m'n vriend is spinazie of snijbiet, misschien boerenkool. Maar ik denk dat het spinazie is. Ik knabbelde het een beetje en het smaakt naar spinazie.That, my friend, is spinach, or Swiss chard, possibly kale-- but I think it's spinach because I nibbled it a little bit and it tasted like spinach.
- Ik knabbelde. Ik wipte niet.I nibbled, I didn't pop.
Hij liet z'n voeten in het water bungelen en een meerval knabbelde z'n tenen eraf."He was dangling his feet off a culvert and a catfish nibbled his toes off."
Iets knabbelde aan mijn been.Something ni-nibbled at my leg.
De matrozen knabbelden op hem en de calamares, dagen lang.The sailors nibbled on him and the... and the calamari for days.
'n Waardeloos knabbelend mannetje.A little worthless nibbling man.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

brabbelen
parley
grabbelen
scramble
knibbelen
haggle
knobbelen
do
krabbelen
scribble
kribbelen
scribble
kwebbelen
gossip
zwabbelen
do

Similar but longer

afknabbelen
nibble
beknabbelen
nibble

Random

jubileren
jubilate
kapotslaan
smash
kirren
coo
klaarmaken
prepare
kleven
stick
kloeten
do
klutsen
beat up
knagen
gnaw
knerpen
scrunch
knikkeren
play at marbles

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'nibble':

None found.
Learning languages?